Column: Kerstavond

Voorzichtig schuifelde het mannetje de drukke bakkerswinkel uit waar hij nog net de laatste amandelstaaf kon kopen die zijn vrouw zo lekker vond.




“Het zal wel goed bedoeld zijn, maar of ze fijn worden? Ik moet het nog zien met Marie” Kromgebogen trok hij vermoeid het karretje met boodschappen mee, de koude winteravond door.

“Jammer dat Marie het niet goed meemaakt, ze weet echt niks meer! Hoewel, gisteren wist ze opeens weer dat haar oom Wim 50 jaar geleden naar Schotland was verhuisd, maar waarom dat mens dát nou Kerstavond

onthoudt? Ze weet verdorie niet eens meer waar de pindakaas staat!”

Hoofdschuddend liep hij voorzichtig richting huis waar hij vreemd genoeg niemand thuis trof. Bezorgd liep hij zoekend door het huisje maar Marie was nergens te vinden. Hij keek de steile trap op. Zou ze boven zijn? Hij gaf een brul maar wist al dat ze daarvandaan niet zou antwoorden, ze was al drie jaar niet boven geweest. Hij maakte zich nu echt zorgen, ze zal toch niet de deur uit zijn gegaan! Ze zou gemakkelijk verdwalen en dan…. ! Hij durfde niet verder te denken terwijl hij naar de grote tuin liep en nog maar eens een brul gaf. “Marie, zit je hier ergens?”

Vreemd genoeg hoorde hij een geluid bij het houten schuurtje achter in de tuin.

“Marie, ben je daar?”

“Ik ben hier, Gerrit, kom maar kijken!”

Zo snel hij kon liep hij de winterse tuin door. In het schuurtje was Marie niet te vinden maar toen hij eromheen liep zag hij een ladder staan. “Wat moet die ladder nou hier? Marie, waar zit je?”

“Hier, op het dak, kom er maar snel bij, er is een prachtige zonsondergang!”

Trillend op de sporten keek Gerrit vol verbazing naar zijn vrouw die midden op het dak op haar billen zat.

“Wat kijk je nou raar Gerrit, kom er bij, de zon gaat zo onder. Heb je die amandelstaaf nog gekocht? En pak even een deken, het wordt kouder!”

Samen zaten ze even later op het koude dak te genieten van de prachtige rode zon die ze zwijgend zagen wegzakken achter de horizon, direct gevolgd door de langzaam opkomende duisternis.

Marie keek haar man vol liefde en geluk aan. “Mooi hè, Gerrit, al die sterretjes!” zei ze genietend.

Nog altijd verbaasd keek hij zijn vrouw diep in de ogen en even zag hij haar oude blik weer, de lieve blik van vele jaren.

“Ja, prachtig Marie, echt heel mooi! Maar zullen we zo naar binnen gaan, het wordt erg koud hier op het dak!”

“Nee, laten we nog even blijven zitten en genieten, morgen ben ik alles weer vergeten!”

Geëmotioneerd slikte hij de woorden van zijn vrouw naar binnen en kroop extra dicht tegen haar aan. Samen staarden ze een tijdje stilzwijgend omhoog naar de sterren toen ze plotseling hoog in de lucht de arrenslee met de kerstman zagen vliegen, een spoor van sterretjes achter zich aan trekkend.

“Kijk nou, Gerrit, de kerstman! Wat mooi!”

“Prachtig, echt mooi!” Geëmotioneerd sprak hij zijn woorden uit. “Weet je Marie, ik moet je wat vertellen. Morgen is het kerstmis maar ik heb geen cadeautje voor je kunnen kopen. Het geld is bijna op!”

Met liefdevolle ogen keek ze haar man aan. ”Geeft niks, joh, jij bent mijn cadeautje toch?”

Ze gaf hem een kus op zijn gerimpelde wang en keek snel weer omhoog naar de sterren.

Trillend van liefde en kou pakte hij de amandelstaaf en brak twee gelijke stukken af, een traan blinkend in zijn ooghoek.

a-victorian-christmas-carol_full

Door: Ruud Kooistra

Advertentie

blank

blank

blank

blank

blank

blank

blank

Geef een reactie