Jongeren in de lokale politiek: Anne-Fleur Brunn (23) voor de ChristenUnie

Anne-Fleur Brunn (23) zet zich in voor de ChristenUnie in Bodegraven-Reeuwijk. Met een negende plek op de lijst is ze in haar dagelijks leven ook begaan met de onderwerpen die haar in de politiek bezighouden. Zo studeert ze bestuurskunde in Amsterdam, en “run ik met een groepje enthousiaste vrijwilligers het lokale Autisme Café in het Huis van Alles. Ook ben ik landelijk actief bij de Christen Unie Jongeren.” 




Hoe zet jij je in in de lokale politiek?

“Ik houd mij vooral bezig met waar mijn specialisatie ligt; gehandicapten-zaken. Eén op de drie jongeren heeft een vorm van een handicap. Ik ben heel gepassioneerd om deze groep een stem te geven. Ik zie dat een half procent van de ambtsdragers een handicap heeft. De doelgroep heeft echter vaker dan gemiddeld te maken met de overheid; daarom is goed contact tussen beiden belangrijk.”

Wat trok jou om als jongere politiek actief te worden?

“Ik ben opgegroeid tussen veel mensen die een vorm van zorg nodig hadden, bijvoorbeeld bij ons in de kerk. Ik heb heel erg meegemaakt wat de overheid kan betekenen met een klein steuntje in de rug: even iemand die met een gezin komt kletsen, of een weekendje weg om tot rust te komen, waardoor een heel gezin gewoon mee kan draaien. Maar toen kwam de decentralisatie en stortte ineens het zorgstelsel in elkaar. Ik zag dat er een groot gat ontstond waar veel jongeren tussen wal en schip vielen. Dat gat is nog niet gedicht, en tot op heden blijf ik mij dus actief bemoeien met de politiek.”

Welke problemen zie jij op dit moment voor jongeren in Bodegraven-Reeuwijk?

Ze noemt de Wajong en Jeugdzorg. “Ik maak mij zorgen om de passende hulp voor mensen die dat nodig hebben. Ik zie dat er een tekort is aan passende woonvormen in de gemeente; waardoor jongeren die dat extra steuntje nodig hebben om op zichzelf te wonen naar de stad trekken, waardoor een enorm netwerk wordt verloren in het dorp. Daarnaast moet je voor specialistische zorg al snel naar de stad toe. Het zou dichter bij de mensen mogen staan.” Ook spreekt ze over vertrouwen. “Ik heb zelf een bijstandsuitkering gehad in onze gemeente. Ik had niet eens een vast contactpersoon. Na veel doorbellen werd mij verteld dat daar misbruik van gemaakt zou kunnen worden, zoals manipulatie. Daar zie je weer die wantrouwende rol, zelfs toen er al een jaar in de politiek over de menselijke maat werd gepraat.”

Hoe hoop je die problemen op te lossen?

“Ik zie de oplossing allereerst als onderdeel van de politiek; en dat is vanwege de representatie. Zorg dat de lijntjes kort liggen, niet alleen met de zorginstellingen, maar ook de mensen die er zelf mee te maken hebben. Zorg dat je geworteld bent in de maatschappij. Wij hebben als ChristenUnie ook ingezet op een motie dat er binnen een wijk passende ondersteuning geboden kan worden met één gezin, één plan. Zo kom je niet met onnodig veel hulpverleners te zitten, waardoor je een wijkgerichte aanpak kan bieden. Dat laatste is unaniem aangenomen door de gemeenteraad.” Ook noemt ze “besteed meer aandacht aan geld en specialistische zorg, je zou ze ggz-Plus instellingen kunnen noemen. Bijvoorbeeld een instituut gespecialiseerd in autisme.” In haar omgeving ziet ze de nood daaraan. “Het zou al iets kunnen zijn als op tijd terecht komen bij de juiste behandelaar, en niet door het plafond te hoeven breken van light-behandelaars, die beter zijn in het behandelen van andere problematiek.”

Wat vind je juist goed gaan in de gemeente voor jongeren?

“Wat ik heel mooi vind is dat de gemeente ondanks de beperkingen haar best blijft doen om in contact te komen met haar burgers. Bijvoorbeeld Bodegraven-Reeuwijk Spreekt; waar je online je zegje kan doen over onderwerpen. Aan de andere kant trekt dit wel vaak een andere doelgroep aan dan de jongeren. Wat ik ook tof vind is ‘Eén gezin, één plan.”

Als je 100.000 euro had om in de gemeente te besteden aan jongeren, waar zou je het dan aan uitgeven?

“Wat mij opvalt is dat wij als gemeente te weinig geld krijgen om onze taken uit te voeren. Dat is aantoonbaar. Daar hebben veel gemeentes mee te kampen, met name de gemeentes die wat kleiner zijn, en we hebben daardoor ook niet die lobby-capaciteit. We zouden met de 100.000 euro een kneiter-goede lobbyist kunnen inhuren; die heel zwart wit ervoor gaat zorgen dat wij de middelen krijgen die we nodig hebben.” Ze noemt laptops voor schoolgaande kinderen, en financiële ondersteuning voor jongeren die problemen ervaren rond het betalen van hun zorgverzekering. “Ten tweede: waar we als kleinere gemeente ook een uitdaging hebben is het vasthouden van ambtenaren met een expertise. Omdat we minder geld hebben, is er veel concurrentie van steden om ons heen. Het is een uitdaging om die kennis vast te houden. Dat vind ik belangrijk, in combinatie met het overeind houden van belangrijke voorzieningen zoals bibliotheken in onze dorpen, de Huizen van Alles, die onze samenleving meer bij elkaar houden.” 

Door: Anne van Schothorst

Advertentie

blank

blank

blank

blank

blank

blank

blank