De gemeente Bodegraven-Reeuwijk is de eerste gemeente in Nederland die een Participatieverordening ‘nieuwe stijl’ heeft vastgesteld. De Participatieverordening geldt vanaf 22 juli 2021.
Aanleiding
Met de voorgenomen wijziging van artikel 150 van de Gemeentewet ontstaat voor gemeenten de plicht om de ‘oude’ Inspraakverordening om te bouwen naar een Participatieverordening. Het wetsvoorstel ‘Wet versterking participatie op decentraal niveau’ regelt dat het decentraal bestuur inwoners in staat stelt te participeren bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid. Deze wet is inmiddels door de Ministerraad vastgesteld en de behandeling in de Tweede Kamer volgt binnenkort.
Aanpak
Vooruitlopend op de algemene wetswijziging zijn een aantal gemeenten al aan de slag gegaan met het maken van een Participatieverordening. In het Testlab Participatieverordening wisselen 15 gemeenten als Maastricht, Enschede, Schiedam en Middelburg hun ideeën en ervaringen uit en worden daarbij ondersteund door Instituut Maatschappelijke Innovatie. Daarbij maken ze gebruik van de uitkomsten uit het VNG-traject ‘Spelregels lokale democratie’.
Bodegraven-Reeuwijk is nu de eerste gemeente die daadwerkelijk een Participatieverordening heeft vastgesteld. Daarvoor is een speciale Raadscommissie opgericht onder voorzitterschap van raadslid mevrouw Elly de Vries (D66) en is periodiek overleg gevoerd met bewoners, ambtenaren en het college van B&W.
Versterking positie van bewoners
De nieuwe Participatieverordening versterkt de positie van inwoners van Bodegraven-Reeuwijk. Concreet betekent dit het volgende:
- – Bewoners kunnen de gemeente nu uitdagen om taken over te nemen;
- – De gemeente geeft voortaan vooraf aan hoe zij omgaat met de resultaten van een participatieproces;
- – De gemeente gaat in overleg met bewoners om een nieuwe opzet uit te werken van het dorps-en wijkgericht werken;
- – De participatie in het kader van de Omgevingswet krijgt hiermee handen en voeten.