Veel inwoners van Bodegraven hebben ongetwijfeld gehoord van het rampjaar 1672. Een noodlottig jaar nu bijna 350 jaar geleden, waarin Bodegraven en Zwammerdam in brand werden gestoken en beide dorpen grotendeels verwoest werden. Dit gebeurde door Franse troepen. Wat deden de Fransen in die tijd in Nederland. Zij kwamen toch veel later bij de komst van Napoleon rond het jaar 1800? De gebeurtenissen van 1672 in Bodegraven waren volop in het nieuws. In grote delen van Europa werd hierover bericht, en er werden zelfs pamfletten hierover uitgegeven. In mijn eerste artikel wil ik een overzicht geven van de politieke situatie uit die tijd, waarna ik in het tweede artikel zal inzoomen op de strijd die rondom Bodegraven woedde.
We gaan ver terug in de tijd na het einde van de 80 Jarige Oorlog. In 1648 werd in Münster (Duitsland) de vrede met Spanje getekend. Nederland was een republiek en werd bestuurd door de Staten Generaal. Er was geen vorst meer aan het hoofd maar de belangrijkste man was Johan de Witt die in 1668 benoemd was tot raadpensionaris, het belangrijkste ambt in de republiek. De republiek was in die tijd verdeeld in twee partijen: de staatsgezinden en prinsgezinden, aanhangers van Willem III Prins van Oranje. Er werd een grote politieke strijd geleverd om de Prins meer macht te geven.
Lodewijk de XIV
In Frankrijk regeerde Lodewijk de XIV (de Zonnekoning) een absoluut heerser die erop uit was zijn macht en grondgebied uit te breiden. Hij zag zich zelf als beschermer van het Katholieke geloof. De republiek, een protestants bolwerk, was hem een doorn in het oog. Engeland werd geregeerd door koning Karel II. De vloot van de Republiek was een grote concurrent voor de Engelse vloot, en er waren al verschillende handelsoorlogen met Engeland gevoerd in de voorgaande jaren.
Lodewijk de XIV zag kans om zowel Engeland als de bisdommen van Keulen en Münster voor zich te winnen om een oorlog met de Republiek te beginnen. Zo gebeurde het dat op 27 maart 1672 Engeland ons de oorlog verklaarde, Frankrijk volgde op 6 april en eind mei de bisdommen van Münster en Keulen.
In februari 1672 word Prins Willem III (Prins van Oranje) benoemd tot Kapitein Generaal. Hij krijgt het opperbevel over het landleger. Rond 1672 was de vloot behoorlijk versterkt, maar was het landleger in armzalige staat. Magazijnen en opslagplaatsen van kruit waren leeg, de kanonnen verroest. De grachten bij de forten lagen droog. Overal stonden huizen en bomen zodat er geen vrij schootsveld vanaf de forten is. Zo was de situatie aan de vooravond van dit voor de republiek belangrijke jaar 1672.
In een grote zeeslag in juni 1672 weet de Nederlandse vloot (onder bevel van admiraal Michiel De Ruyter), te voorkomen dat de Engelse marine op de kusten van Holland landt. De verliezen zijn enorm aan beide kanten. Het gevaar van Engelse zijde is voorlopig geweken. Hoe stond het ondertussen met Frankrijk. Het Franse leger, 120.000 man sterk, is half mei zijn opmars begonnen. Een van de aanvoerders is generaal Luxembourg. Met zijn troepen zal Bodegraven nog te maken krijgen maar zover is het voorlopig nog niet. Het was logisch geweest om vanuit België de Republiek aan te vallen maar dit behoorde tot de Spaanse Nederlanden en die waren neutraal.
Daarom namen de Franse troepen een andere weg. Op 12 juni 1672 trokken ze bij Lobith de Rijn over. Samen met de troepen van de bisdommen versloegen ze de zwakke troepen van de republiek. Binnen enkele weken hebben de Fransen de oostelijke en zuidelijke gewesten van de Republiek in bezit, waaronder de steden Deventer, Zwolle en Arnhem. Zelfs de stad Utrecht wordt opgegeven.
Lodewijk XIV steekt bij Lobith de Rijn over
Er brak grote paniek uit, vluchtelingen trekken over de wegen en burgers begraven hun kostbaarheden. Koning Lodewijk maakt een rijtoer door Utrecht met zijn hofdames en rijkelijk uitgedoste edelen. Doordat Lodewijk XIV en zijn troepen in plaats van een snelle opmars er voor kozen om elk stadje wat ze onderweg tegenkwamen te veroveren verloren ze veel tijd. Ze hadden beter met hun hoofdmacht direct naar Den Haag kunnen trekken.
Hierdoor kreeg De Prins de tijd om zijn sterk geslonken troepen achter de Oude Hollandse Waterlinie terug te trekken en de bestaande verdedigingswerken te versterken en te vernieuwen. Deze linie was een gebied dat liep van Muiden tot aan Gorinchem.
Oude Hollandse Waterlinie in 1672
Naast een aantal vestigsteden zoals Naarden, Schoonhoven en Muiden, om er enkele te noemen, bevatte het ook een groot aantal forten. Bovendien kon een ander belangrijk verdedigingsmiddel worden ingezet namelijk het water. Overal werden in juni 1672 de sluizen open gezet en dijken doorgestoken zodat het hele gebied onder water kwam te staan. Dit ging niet gemakkelijk, er was veel verzet van stadsbesturen en boeren. Uiteindelijk werden er op sabotage zware straffen gezet en werd het verzet opgegeven.
Verder was er genoeg geld in de staatskas om de troepen aan te vullen en wapens te kopen. De Prins versterkte zijn leger met buitenlandse huurlingen (voornamelijk Duitsers en Zwitsers. Daarnaast rekruteerde de Prins burgers en zette de matrozen in daardoor groeide het totale leger ongeveer tot 55.000 man.
Het gebied rondom Bodegraven was uiterst belangrijk want het was de kortste weg naar het hart van de Republiek namelijk: Den Haag. Alleen hier was het gebied dat onder water gezet kon worden vrij smal, slechts enkele kilometers breed, namelijk tussen de Dubbele en Enkele Wiericke.
De Prins vond dit belangrijk genoeg om zich met deze strook persoonlijk te bemoeien. Op 18 juni 1672 kwam hij naar Bodegraven en vestigde zijn hoofdkwartier tussen Bodegraven en Nieuwerbrug. De exacte locatie is helaas niet bekend, vermoedelijk een boerderij. Er zijn wel enkele tekeningen uit die tijd waarop sloep te zien was van de Prins. Hiermee voer hij langs zijn troepen. Vanuit binnen- en buitenland kwam men naar dit hoofdkwartier om met de Prins van Oranje te spreken. Hij voerde vredesonderhandelingen met afgevaardigden van de Engelse koning, in zijn tent bij Nieuwerbrug. Bodegraven en Nieuwerbrug stonden echt in het middelpunt van de belangstelling van toenmalig Europa.
Hoofdkwartier van de Prins met sloep bij Bodegaven in 1672
Waar de Dubbele Wiericke uitmondde in de Oude Rijn bij Nieuwerbrug werden op bevel van de Prins twee schansen gebouwd. Eén lag er aan de zuidkant van de Rijn (Quartier aan de Nieuwerbrugge) gebouwd onder leiding van kolonel Pain et Vin en een aan de noordkant (Molkerschans).
Het bestond uit een aarden borstwering richting Woerden, waarop kanonnen waren geplaatst en manschappen werden gelegerd. Om een vrij schootsveld te krijgen werden omliggende boerderijen tot woede van de boeren afgebroken. De achterkant richting Bodegraven was open. Hierdoor was het niet mogelijk om zonder tegenstand over de weg te trekken aan beide kanten van Rijn.
Impressie van de forten bij Nieuwerbrug, gebouwd in 1673. De forten die er lagen in 1672 waren niet stervormig en van achteren waren ze open, maar het geeft een goed beeld van de ligging bij de Rijn.
De Prins was niet helemaal te vrede hiermee en liet bij de Enkele Wiericke een derde schans aanleggen op de plaats waar nu fort Wierickerschans ligt (fort Wierickerschans is zelf pas in 1673 aangelegd). Hij verhoogde de kade langs de Enkele Wiericke en daarmee ontstond de Prinsendijk. De sluizen van de beide Wierickes werden open gezet zodat het omringende land onderstroomde. Door de vele regen die in het najaar viel werd dit gebied extra ontoegankelijk .
Impressie van Fort Molkerschans uit 1672 gereconstrueerd in een computermodel
De oorspronkelijke troepenmacht van de Prins in zijn hoofdkwartier bij Bodegraven bedroeg 1400 man voetvolk, 2000 man ruiters en een aantal kanonnen. Woerden lag precies buiten het gebied van de waterlinie en werd al in juni 1672 door de Fransen bezet. In oktober probeerde de Prins de stad Woerden te ontzetten maar dit mislukte.
De Prins had het wel gezien in Bodegraven. Hij vertrok enkele dagen later definitief met het meenemen van hoofdmacht, waaronder de ruiters uit Bodegraven. Hij wilde een verrassingsaanval doen op de stad Charleroi (België). Dit was een belangrijk verzamelpunt van de Franse troepen. Voordat hij wegging benoemde hij de Zweedse graaf Koningsmarck als zijn plaatsvervanger. Hij liet ongeveer 1800 soldaten achter bij hem in Bodegraven. Daarnaast bleven er enkele honderden soldaten achter in de forten bij Nieuwerbrug onder bevel van kolonel Pain et Vin.
Bodegraven kwam in gevaar want men dacht dat de Fransen vanuit Woerden hun aanval zouden starten. Voorlopig werd Bodegraven nog beschermd door het water. Maar wat zou er in de winter gebeuren als het water zou bevriezen. Niemand kon waarschijnlijk vermoeden tot welke vreselijke gebeurtenissen dit zou lijden, aan het einde van het jaar 1672 in Bodegraven en Zwammerdam. Dit wil ik graag in een volgend artikel beschrijven.
Bronvermelding:
Bodegraven in 1672 Drs. J.F.A, Modderman
Rampjaar 1672 Luc Panhuysen
De Wierickerschans Bodegraven Stichting Wierickerschans
website: https//hoofdkwartier1672.nl
Timeswitch app Nieuwerbrug 1672