Zuid-Hollandse bestuurders en minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening hebben de regionale realisatieagenda’s, ook wel woondeals genoemd, ondertekend. Wethouder Dirk-Jan Knol tekende namens Bodegraven-Reeuwijk mee.
Met de woondeals spreekt Zuid-Holland de ambitie uit om tussen 2022 tot en met 2030 maar liefst 250.000 woningen te bouwen. Dit zijn bijna net zoveel woningen als er nu al staan in de stad Den Haag. Van de nieuw te bouwen woningen zal twee derde betaalbaar zijn, waarvan de helft gebouwd wordt door de corporaties.
Zuid-Holland is de meest dichtbevolkte provincie van Nederland en de bevolking blijft toenemen. Er zijn hier al heel veel woningbouwplannen, meer dan genoeg om het aantal woningen te bouwen dat de provincie in oktober met het rijk heeft afgesproken.
Wethouder Knol vertelt: “In Bodegraven-Reeuwijk werken we hard aan de bouw van woningen, voor verschillende doelgroepen, passend bij de behoeften van de dorpen. Als gemeente sturen we ook al jaren op het bouwen van beter betaalbare woningen. Om het aandeel beter betaalbare woningen in het woningbouwprogramma nog te vergroten, passen we de komende tijd het beleid hierop aan. Zo gaan we toewerken naar 30% sociale huurwoningen in het woningbouwprogramma. Samen met Mozaïek Wonen werken we bovendien aan de ontwikkeling van ongeveer 40 tijdelijke woningen voor jongeren, spoedzoekers en statushouders. Die moeten in het eerste kwartaal van 2024 gerealiseerd zijn.”
Uitdaging
“De plannen zijn er om tot en met 2030 veel woningen bij te bouwen, met een tempo van 250 woningen per jaar,” vervolgt Knol. “Maar in deze tijden is het een uitdaging om de woningen ook gerealiseerd te krijgen. Er is een tekort aan mensen en middelen in de bouw, we hebben te maken met ingewikkelde procedures, het stikstofprobleem en het energie- en klimaatvraagstuk. We kunnen dit alleen voor elkaar krijgen als we samenwerken: met woningcorporaties, marktpartijen en ook de Provincie en het Rijk. Met deze samenwerkingsafspraken in de realisatieagenda gaan we met elkaar die uitdaging aan.”
Bron: Gemeente