De gemeenteraad heeft het bereikte akkoord tussen gemeente en 11 buitensportverenigingen unaniem aangenomen. Er ligt nu een helder ‘spoorboekje’ voor onder andere beheer en onderhoud van en investeringen in de buitensportaccommodaties voor de komende 15 jaar. Tevens wordt de maatschappelijk rol van sportverenigingen voor de gemeenschap in het akkoord benadrukt en wordt er collectief gewerkt aan verduurzaming. Alle partijen zijn blij met het akkoord, met de sportverenigingen voorop. Procesbegeleider Ton Hendrickx: “Zij weten waar ze aan toe zijn. Er is duidelijkheid én er is rust. Zij kunnen zich weer op het sporten en het reilen en zeilen van de vereniging richten, want dat is in deze tijd van corona al ingewikkeld genoeg.”
Ton Hendrickx werd aangesteld als procesbegeleider om de vastgelopen discussie over de harmonisatie van de buitensportverenigingen – een uitvloeisel van de fusie tussen Bodegraven en Reeuwijk – vlot te trekken. “De gemeente heeft in eerste instantie te veel geprobeerd om te sturen. De clubs werden geconfronteerd met voorstellen maar kwamen zelf te weinig aan het woord. Maar er was nog een aspect: iedere vereniging ging van zijn eigen belang uit. Op de eerste discussieavonden, waar ik als discussieleider optrad, kregen de clubs in de gaten dat ze meer met elkaar moesten optrekken. Dat is uitgegroeid tot volledige samenwerking en solidariteit van alle clubs. Dat is de sleutel geweest tot dit akkoord. Er zijn grote en kleine clubs en de uitgangspunten zijn per verenging verschillend. Dan moet je op zoek naar de grootste gemene delers en consensus bereiken. Dat is gelukt en is ook meteen een groot compliment aan alle verenigingen. Het is hun akkoord.”
Verantwoordelijk wethouder Dirk-Jan Knol deelt die complimenten graag met iedereen die bij het proces betrokken is geweest, onder wie de procesbegeleider en de ambtenaren. “Ik heb mezelf juist zo min mogelijk bemoeid met het proces door het alle ruimte te geven. Uiteraard kijk je hier en daar mee, want je praat over een investeringsbegroting voor de komende 15 jaar. Er gaat relatief veel geld naar de sport in onze gemeente. Maar het rendement van investeringen in sport is heel hoog. We hebben in onze gemeente een aparte structuur met veel dorpen en kernen waarin de sportverenigingen heel duidelijk een maatschappelijk functie vervullen. Mensen die wat verder van maatschappij of werkkring staan worden betrokken als vrijwilliger, er zijn extra sociale contacten, activiteiten zorgen voor levendigheid, zo kun je vele voorbeelden opnoemen die essentieel zijn voor de gemeenschap. Daarbij wordt in het akkoord ook ruimte geschapen om bewegen en gezondheid te stimuleren, ook buiten clubverband. Het is mooi om te zien dat de samenwerking en solidariteit tussen de verenigingen ook die maatschappelijke functie gaat versterken. Net als de bijdrage aan duurzaamheid, omdat er een collectieve aanpak van energiezuinigheid van de accommodaties komt. De clubs kunnen zaken als verlichting, douches en koelinstallaties in kantines energiezuiniger en kostenbesparender maken.”
Nieuwe beheerorganisatie
Per 1 januari 2021 gaat het akkoord in. Dat moment is gekozen omdat veel beheercontracten van de accommodaties van de verenigingen dan aflopen. Op die datum moet ook een nieuwe beheerorganisatie in werking treden. Knol: “Die gaan we de komende maanden opzetten, maar ook als die er na 1 januari nog niet is, lopen de sportactiviteiten gewoon door. Het is belangrijk dat we een professionele organisatie opzetten, die zich samen met de verengingen op het beheer en onderhoud richt, waarbij de gemeente alleen de regierol overhoudt. We hebben met de gemeenteraad afgesproken regelmatig evaluaties te houden. Er zullen in 15 jaar heus aanpassingen nodig zijn, kijk alleen naar de aanvraag van nieuwe buitensporten die in opkomst zijn.” Ton Hendrickx bevestigt: “De dag van morgen is anders dan vandaag. Je kunt geen 15 jaar in detail inplannen. Maar de verenigingen kunnen samen met de nieuwe beheerorganisatie prima nieuwe vraagstukken oplossen.”
Het akkoord bestrijkt een lange periode van 15 jaar. “Dat is met reden omdat binnen 15 jaar alle onderhoudscycli van een sportaccommodatie aan bod komen, zoals de vervanging van een kunstgrasveld. Via dit spoorboekje weet elke club wanneer deze aan de beurt is voor grote investeringen. Er is een verdeling gemaakt in het (groot) onderhoud van de sportvelden en de gebouwen. Een deel van de ingrepen ligt op het bordje van de gemeente, het andere deel is de verantwoordelijkheid van de club. Alles is goed in kaart gebracht.”
Verdeling onderhoudstaken
De sport gerelateerde delen (kleedkamers, bergingen, velden) vallen qua (renovatie)investeringen en groot onderhoud onder de financiële verantwoordelijkheid van de gemeente. Voor de niet-sport gerelateerde delen (kantine) valt dit alles onder de verantwoordelijkheid van de sportverenigingen c.q. in te richten beheerorganisatie. Het klein dagelijks onderhoud van zowel sport- als niet-sport gerelateerd, valt ook geheel onder de verantwoordelijkheid van de sportverenigingen c.q. in te richten beheerorganisatie.
Lizet Keyzers van de ambtelijke organisatie: “Het vertrekpunt voor de clubs bij deze afspraken is goed uitgezocht. Onafhankelijke bureaus hebben de beginsituatie voor elke vereniging volgens een eenduidige systematiek geïnventariseerd. Daarop zijn de investeringen voor de komende 15 jaar gebaseerd. Die duidelijkheid is voor de clubs prettig. Het is bovendien gunstig dat er nu 11 buitensportverenigingen onder één beheerorganisatie komen. Dat werkt efficiënter en scheelt tijd, zowel voor de verenigingen als voor de gemeente. Ook voor ons als gemeente is het akkoord belangrijk. In plaats dat wij als gemeentelijke organisatie allerlei vraagstukken over sport mee uitvoeren, kunnen wij ons focussen op regie en sportbeleid. Ook de verenigingen kunnen zich focussen op uitbouw van hun maatschappelijke functie, aansluitend bij het lokale Sportakkoord. Als je ziet hoe fors de landelijke overheid en sportorganisaties als NOC-NSF het sporten en bewegen extra faciliteren, dan hebben wij met deze gezamenlijke afspraken met de buitensportverenigingen daar een prima basis voor gelegd.”
Saamhorigheid en solidariteit
De taak van Ton Hendrickx zit erop. Hij is nog beschikbaar om vragen te beantwoorden. “Ik ben ontzettend blij met wat er nu ligt. Verenigingen weten waar ze aan toe zijn, wat hun rol is, wat van hen wordt verwacht en wat voor investeringen door de jaren heen op het programma staan. En er is nu saamhorigheid en solidariteit, dat is belangrijk voor het voortbestaan van alle clubs in Bodegraven-Reeuwijk.”
Archieffoto Rohda’76