De accommodaties van onder meer de voetbalverenigingen in Bodegraven-Reeuwijk bieden in deze coronatijd uitkomst voor andere sportverenigingen. Er wordt dankbaar gebruik gemaakt van deze buitenvoorzieningen. Dit gebruik is mogelijk een opmaat voor het concept van ‘open sportparken’. De gemeente heeft namelijk in de Sport en Beweegvisie en het Lokale Sportakkoord aangegeven dat de sportparken niet alleen het domein van de verenigingen behoren te zijn, maar ook een rol zouden moeten spelen voor buurt- en wijkbewoners, recreanten van alle leeftijdsgroepen en maatschappelijke instellingen en het sociale domein. Essentie is dat traditionele sportparken worden omgevormd naar open en aantrekkelijke parken. Hoe denken voetbalverenigingen hierover? Krijgt de gastvrijheid na de coronatijd een vervolg?
Johan van Eijk, voorzitter WDS:
“Hek staat in principe altijd open”
Bij WDS in Driebruggen stonden al voor de coronatijd de hekken op een kier, aldus voorzitter Johan van Eijk. “Wij staan als voetbalvereniging midden in de lokale maatschappij. Scholen houden gymlessen en sportevenementen op onze velden, er vinden hier activiteiten van het dorp plaats en groepjes kinderen en jongeren trappen een balletje als ze willen. Dat laatste gaat goed omdat er vaak ouderen aanwezig zijn op de club voor beheer- en onderhoudswerkzaamheden. Zij houden dan meteen toezicht. Je vindt soms wel eens wat afval zoals blikjes drinken, maar in het algemeen leidt het openstellen van onze velden niet tot problemen”
Van Eijk vervolgt: “In deze coronatijd hebben wij de hekken juist op slot gedaan omdat de regels van de overheid moeten worden gehandhaafd. Je bent als gastheer verantwoordelijk dat alle protocollen correct worden gevolgd. We hebben een groep vrijwilligers bereid gevonden om de toegang tot het terrein te regelen. Als groepjes jongeren of verenigingen hier willen sporten, doet een vrijwilliger het hek open en na afloop weer op slot. Dat werkt prima. De volleybalvereniging DVC maakte bijvoorbeeld veelvuldig gebruik van onze velden om te kunnen blijven trainen.”
Nu de coronamaatregelen worden verruimd, zal het gebruik door de andere verenigingen weer afnemen, verwacht Van Eijk. “We blijven ook in de komende jaren openstaan voor scholen, verenigingen of groepen jongeren die bij ons willen sporten. De velden zijn eigendom van de gemeente, dus als mensen gewoon een potje willen voetballen moet dat kunnen. Ja, dat zal soms met extra toezicht van onze mensen moeten plaatsvinden. Want we zijn natuurlijk zuinig op onze velden. We hopen dat ook de bezoekers zuinig zijn op diezelfde velden.”
Jan de Wit, scheidend voorzitter vvBodegraven:
“Juichen gebruik door derden alleen maar toe”
Bij vvBodegraven wordt in deze coronatijd door andere verenigingen volop gebruik gemaakt van de velden, van Heres tot dansstudio Sylvia en van Rebo sportcentrum tot de Willibrordschool. Scheidend voorzitter Jan de Wit: “Er is zelfs een heel schema opgesteld. We hebben een paar contactpersonen aangewezen die verenigingen kunnen benaderen als zij toegang willen hebben tot onze velden en het materieelhok. De Willibrordschool heeft zelfs een eigen sleutel gekregen. Dat gaat allemaal perfect. Als het op die manier gaat, juichen wij het gebruik van onze velden door derden toe.”
De Wit plaatst een kanttekening: “Anders ligt het bij gebruik door groepjes jongeren die hier willen voetballen. Op zich hebben wij er geen probleem mee als zij hier even willen komen voetballen. Dat staan we ook oogluikend toe. Maar je ziet dat ze dit vaak ongevraagd doen door over de hekken te klimmen en vaak rommel achterlaten. Wij zouden best op een gestructureerde manier ons complex willen openstellen, waarbij je meer toezicht kunt houden en ook minder risico’s op rommel en vandalisme hebt. Nu gebruiken ze de doelnetten als hangmat.”
Hoe dat toezicht eruit zou moeten zien, weet Jan de Wit nog niet. “Bij een open gebruik wil je voorkomen dat het een puinhoop wordt. De plannen voor open sportparken klinken aantrekkelijk, maar we moeten eerst overleg hebben over goede oplossingen voor toegang en toezicht. Wanneer we dat met z’n allen kunnen oplossen, zie ik persoonlijk geen enkel probleem. Als je weet wat je aan elkaar hebt, kunnen we onze hekken opengooien. Ook na coronatijd.”
Luuk Kwast, voorzitter CVC Reeuwijk:
“Creatief nadenken over win-winsituaties”
CVC Reeuwijk wil de maatschappelijke betrokkenheid graag waar mogelijk vergroten. Voorzitter Luuk Kwast: “Het moet passen in ons schema voor de voetbalvelden, maar wij vinden dat ook anderen van onze mooie accommodatie moeten kunnen profiteren. Overigens wel in overleg met ons en met Stichting Sportpark Groene Zoom, die de velden aan ons verhuurt. We stellen in coronatijd de velden bijvoorbeeld beschikbaar aan Sportcentrum Doets en de scholen die buiten willen sporten.”
“De vraag is in hoeverre we na de coronatijd onze velden willen en kunnen openstellen voor Jan en Alleman die wil komen sporten. Het is goed dat er verkennende gesprekken vanuit de gemeente worden gevoerd om in de breedst mogelijke zin sport en bewegen te stimuleren en sportparken daarbij te benutten. We willen echter wel weten wat de consequenties zijn. Er mag geen sprake van misbruik en vandalisme zijn. Je zult een vorm van controle moeten realiseren.”
Wat dat betreft kijkt Luuk Kwast om zich heen, zoals naar RVC ’33 in Reeuwijk-Dorp. “Daar staan de velden in de regel open. Daar zijn vaak volwassenen en senioren aanwezig die een oogje in het zeil kunnen houden. Misschien moeten wij bij CVC Reeuwijk onze kantine, die professioneel wordt verpacht, breder inzetten en bijvoorbeeld senioren ruimte bieden om bijeen te komen en te komen kaarten of te biljarten. Wat te denken van een kinderdagverblijf op de club? Of bedrijven die hier hun presentatiebijeenkomsten voor personeel of gasten komen geven? Zonder meteen de hoofdprijs te vragen. Je zult creatief moeten nadenken. Ik heb bij een voetbalvereniging in Brabant gezien dat zo’n opzet werkt. Nogmaals, voetbal blijft de primaire functie; we kunnen echter ook meer multifunctioneel gaan denken. Dan kom je tot win-winsituaties waar velen profijt van hebben.”
“Elkaar helpen”
Ook Martijn Verlaan en Arjan Griffioen, voorzitters van respectievelijk ESTO en Rohda ’76, hebben bij een eerdere gelegenheid aangegeven open te staan voor het gebruik van hun accommodatie door derden. Martijn Verlaan zei eerder: “We proberen altijd andere verenigingen te helpen. Kijk hoe wij in deze coronatijd Viva Dans de ruimte geven om op ons terrein buiten actief te zijn. Ik vind het essentieel dat we als verenigingen elkaar gaan uitvragen waar we samen sterker kunnen worden. We moeten ook creatief zijn om tot oplossingen te komen voor het idee van open sportparken.”
Arjan Griffoen: “Leerlingen van vier basisscholen komen op onze velden voetballen. We participeren in lokale sportevenementen en dan kunnen de deelnemers hier komen voetballen. We hebben een speciaal intensief bespeeld veldje dat best mag worden gebruikt als we iets moeten openstellen voor activiteiten of als belangstellenden een balletje willen trappen. Daarbij is het echter wel van belang dat we dit alles goed kunnen faciliteren. Dat geldt zowel voor de mankracht in de vorm van vrijwilligers als voor het beschikbaar stellen van accommodatie en materialen. Als we onze sportaccommodatie openstellen voor gebruik door inwoners, dan moeten er wel heldere spelregels zijn zodat we alles netjes en in goede conditie houden.”
Complicerende factor voor het openstellen van sportaccommodaties is dat bijvoorbeeld de voetbalvelden weliswaar eigendom zijn van de gemeente die voor open sportparken pleit, maar dat de Stichting BuitenSportVoorzieningen Bodegraven (BSV) de velden verhuurt aan de Bodegraafse voetbalverenigingen. De clubs zijn dan ook officieel niet in de positie om hun velden zomaar ter beschikking te stellen, want zij zijn slechts huurder. In de gesprekken over open sportparken zullen dit soort vraagstukken moeten worden besproken, zo vinden de voetbalverenigingen.