De stand van zaken door de ogen van het college: Wethouder Odd Wagner

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezing laten de vijf wethouders en waarnemend burgemeester hun licht schijnen op hetgeen binnen de afgelopen jaren is bereikt qua ambities uit het Raadsprogramma 2018-2022 – Samen Duurzaam Gezond.

Inclusief een persoonlijke beschouwing op toekomstige opgaven voor het nieuwe college van B&W.

Wethouder Odd Wagner: “We helpen de kwetsbaren, daarover is geen discussie in deze gemeente”

“Er is de afgelopen jaren een stevig fundament gelegd onder de uitvoerende taken binnen het Sociaal Domein”, stelt wethouder Odd Wagner. “We hebben de alsmaar oplopende kosten kunnen afvlakken en zelfs al wat kunnen besparen. De situatie is nu beheersbaar en data zijn op orde. We kunnen per dag kijken wat er aan gemeentelijk geld voor allerlei regelingen binnen het Sociaal Domein nodig is. Dat inzicht helpt, met dien verstande dat er sprake is van de zogenoemde ‘open-eind-regelingen’. Op het moment dat een arts een verwijzing voor jeugdzorg uitschrijft of dat iemand een bijstandsuitkering aanvraagt, moeten wij als gemeente dat honoreren. Je kunt geen nee zeggen en dat willen wij ook niet. Het gemeentelijk beleid is erop gericht dat we inwoners helpen waar dat echt nodig is.”

Odd Wagner uit Heemskerk werd in mei 2020 namens GroenLinks tot wethouder benoemd als opvolger van Robèrt Smits en kreeg als één van de taakstellingen mee om de sterk oplopende kosten in het Sociaal Domein te beteugelen. Er waren miljoenen euro’s meer nodig voor onder andere jeugdzorg dan begroot. De rijksoverheid had in de jaren daarvoor de uitvoering van diverse sociale regelingen bij de gemeente gelegd en daar tevens meteen op bezuinigd, terwijl de zorgvraag steeds meer toenam, zodat gemeenten in heel Nederland financieel in de knel kwamen. 

“Kijk je naar onze gemeente dan gaat circa een derde van al ons geld naar het Sociaal Domein; het is de grootste kostendrager. Het is lastig om die kosten te beteugelen, want de materie is vaak weerbarstig. Toch vind ik het tegelijkertijd een mooi en dankbaar dossier binnen mijn portefeuille, omdat het direct de mensen raakt. Als kinderen in een kwetsbare positie komen, als je als oudere moeilijk gaat bewegen en een traplift nodig hebt, als mensen ver van arbeidsmarkt zijn komen te staan, in al die gevallen kun je als gemeente inwoners helpen. Maar het geld is schaars en je zult daarom dit geld zo effectief mogelijk moeten inzetten. Kijk je naar alle subsidieregelingen dan zouden wij ruim 8 ton kunnen besparen als we alleen de wettelijke taken gaan uitvoeren. Dan creëer je echter maatschappelijke kaalslag en zak je door de ondergrens wat je als college en gemeenteraad wilt. Desondanks hebben wij de kosten weten te verminderen, vooral door zaken slimmer aan te pakken. Onder andere door samen te werken en vroeg te signaleren waar problemen zijn. Want dan kun je direct preventief handelen, inwoners helpen en wijzen op allerlei beschikbare regelingen, zonder dat zaken uit de hand lopen en veel zorgkosten gaan vergen.”

Vroegsignalering en preventie

Odd Wagner noemt als voorbeeld de samenwerking met de huisartsen, scholen en woningcorporaties om in een vroeg stadium signalen op te vangen als het met inwoners – van jong tot oud – niet goed lijkt te gaan. “Er zijn ook een psycholoog en maatschappelijk werker op de scholen actief. Voorts zijn het Sociaal Team, SAM, de keukentafelgesprekken en ouderenscans belangrijk in dit verband. Zo kunnen wij als gemeente directer handelen qua jeugdzorg, schuldafbouw, armoede, eenzaamheid, noem maar op. Dat is een kwaliteitsslag die we hebben kunnen maken. We doen dat overigens niet alleen binnen de gemeentegrenzen, maar werken ook in regionaal verband veel samen. Door samenwerking in een groter verband kunnen wij financieel profiteren van kostenefficiency. En belangrijker: de zorg wordt beter. Je ziet in regionaal verband bijvoorbeeld dat de jeugdzorg in hoog tempo verschuift van gesloten situaties naar ambulante zorg. Het is ook veel beter als jongeren in hun eigen (gezins)omgeving ondersteuning krijgen.”

Op het vlak van de Participatiewet heeft de gemeente samen met onze uitvoeringspartner inwoners kunnen begeleiden naar betaald werk. “Lukt dat niet, dan is vrijwilligerswerk in mijn beleving eveneens waardevol en dienstbaar voor zowel de persoon in kwestie als voor de samenleving. Je kunt altijd discussiëren over het niveau van de investeringen ten opzichte van het aantal mensen dat weer actief in de maatschappij gaat meedoen. Maar ons beleid en het hele wettelijke systeem zijn erop gericht dat wij willen voorkomen dat mensen als zwervers of bedelaars op straat moeten eindigen. Wij hebben de afgelopen jaren volop ingezet om dat te voorkomen.”

Scherp op Wmo-voorzieningen

Er ligt straks voor de opvolger van Odd Wagner – hij gaat ervanuit dat er iemand uit Bodegraven-Reeuwijk zal worden gevonden – wel een taak om de regelingen conform de Wmo scherp te houden. “Het voelt vreemd als een vermogend persoon een scootmobiel of traplift wettelijk toegewezen krijgt en wij de rekening moeten betalen. Ik heb het scenario uitgewerkt dat we van ‘nice to have’ naar ‘need to have’ overstappen. Kijken waar écht behoefte aan is bij inwoners. Daar zou ik persoonlijk nog meer grip op willen krijgen, voor zover de wet dit toelaat. Het budget in het Sociaal Domein is niet toereikend om alles te kunnen doen.”

De wethouder heeft tevens zorgen over bepaalde ontwikkelingen. “Het is opvallend hoe fragiel het welzijn van veel jongeren is en hoe ‘early life stress’ een zware wissel trekt op de verdere ontwikkeling van diezelfde jongeren. Zaken als eenzaamheid en armoede blijven eveneens de aandacht vragen. We zouden in een welvarend land als Nederland veel minder kinderarmoede moeten hebben. Natuurlijk komt er emotie bij het Sociaal Domein kijken, maar ik probeer steeds rationeel naar inventieve oplossingen te kijken. Mooi voorbeeld is de nieuwe Adviesraad Sociaal Domein Bodegraven-Reeuwijk die onlangs is gestart. Er zijn in onze gemeente heel veel organisaties die hulp bieden aan kwetsbaren. Zij kennen de noden van inwoners. In de nieuwe Adviesraad willen wij zaken bundelen; kijken of je via samenwerking nog meer kunt betekenen voor degenen die maatschappelijke ondersteuning nodig hebben. We hebben inmiddels zes inwoners die deze Adviesraad vorm gaan geven, maar we kunnen meer inwoners gebruiken; het moet niet van bovenaf vanuit de gemeente worden aangestuurd, maar vanuit het veld.”

Natuurbeheer Reeuwijks Plassengebied

Die samenwerking heeft Odd Wagner ook weten te bereiken voor het beheer en onderhoud van het Reeuwijkse Plassengebied, één van zijn andere wethouderportefeuilles. “Wij kunnen als gemeente onmogelijk al het onderhoud aan dit gebied betalen. Door organisaties als de verenigingen van eigenaren, Stichting Veen, vissers, agrariërs, provincie, waterschap en Natuurmonumenten en anderen aanvullend samen te laten werken, creëer je extra slagkracht om bijvoorbeeld makkelijker externe financiering te bewerkstelligen en bedreigingen jegens de fraaie natuurwaarden af te wenden. Denk ook aan de problematiek van agrariërs en de bodemdaling versus bedrijfsvoering, de CO2-uitstoot, weidevogelbeheer, overlast van ganzen, noem maar op. Dergelijke samenwerkingen beschouw ik als succesvolle resultaten van de laatste jaren. Word gezamenlijk weerbaar, dat is mijn motto. Kijk daarbij niet waarin je van elkaar verschilt, maar waar je elkaar kunt versterken. Je kunt je eigen belangen hardnekkig blijven verdedigen, maar ik waarschuw altijd voor het Troika-effect. Als twee paarden van de slee naar rechts willen en één paard naar links, kom je niet vooruit.”

Blij met Groene Harthuys 

Dat vooruit komen is gelukt met het Groene Harthuys, waarin kunst, cultuur en historie elkaar hebben gevonden. “Het zou mooi zijn als dit initiatief straks de krachten kan bundelen met het Evertshuis. Het Evertshuis is uniek en als je dit wilt behouden, zal de nieuwe gemeenteraad zichzelf de vraag moeten stellen hoeveel geld je overhebt voor cultuur. Daarbij moet je ook kijken naar de bibliotheek, die zich aan het heroriënteren is; naast een plek om boeken te lenen is het veel meer een ontmoetingsplek geworden, met services voor inwoners. Ik ben blij dat het Kaasmuseum een nieuwe plek heeft gekregen, want het was moeilijk uit te leggen aan toeristen dat op een zolder een museum zat. Voor het Streekmuseum Reeuwijk is 1,4 miljoen euro uitgetrokken voor nieuwbouw.”

Tot slot wijst Odd Wagner op het feit dat een wethouder geen soort betaalmeester is die beslist waar het geld naar toe gaat. “Het beleid wordt ingericht naar de wensen en noden van de inwoners. We doen het met elkaar. We moeten samen kijken wat de meest waardevolle investeringen zijn binnen het beschikbare budget.” 

 

Advertentie

blank

blank

blank

blank

blank

blank