De Reeuwijkse Tess de Visser toert de wereld over! Het negentienjarige wielrentalent rijdt nu al op internationaal wedstrijdniveau. Van dagelijkse trainingen tot kampen op Cyprus en Mallorca; Tess blijft alles op alles zetten om te ontwikkelen. ‘’Hoe beter je wordt, hoe leuker het wordt.’’
Als dochter binnen een échte fietsfamilie, werd Tess’ interesse voor het wielrennen er met de paplepel ingegoten. ‘’Thuis stond de sport altijd aan op TV. Zo’n zes jaar geleden begon ik mee te rijden met mijn ouders. Kort daarna sloot ik me aan bij Goudse wielerclub Excelsior.’’, vertelt Tess.
Trainen, trainen en nog eens trainen
Inmiddels rijdt Tess in de topcompetitie, vlak tegen professioneel niveau aan. Goed trainen is dan ook geen overbodige luxe. ‘’Ik train nu dagelijks. Toevallig kom ik net terug van een trainingskamp op Cyprus en vertrek ik bijna naar Mallorca met het Restore cycling team. In januari stomen we ons op deze manier klaar voor het seizoen. We rijden lange ritten en blokken flink door. Eenmaal terug in het hotel is het een kwestie van goed eten en bijkomen.’’, lacht Tess.
Zo’n trainingskamp is hét moment om alle puntjes op de i te zetten. Tess werkt toe naar de eerste wedstrijd van het seizoen op 26 februari. Trainer Joram Grootveld maakt haar schema. ‘’De wedstrijden vinden vooral plaats in Nederland en België. Elk parcours is verschillend, maar de meeste afstanden liggen rond de 100 kilometer.’’
Hoe beter, hoe leuker
‘’Hoe beter je wordt, hoe leuker het wordt. Wielrennen is een harde sport. Als je niet mee kan met de groep, lig je er al gauw uit. Ongeacht hoeveel uren je in de sport stopt. Áls je dan uiteindelijk kan meerijden, wordt het steeds gaver. Je komt op de mooiste plekken.’’, aldus Tess
‘’In 2021 werd ik 7e bij het NK Tijdrijden. Dat blijft me bij. Mijn eerste buitenlandse wedstrijd reed in ik Frankrijk tijdens nationscup Tour du Gévaudan. Ook dat was een superleuke ervaring. In de middle of nowhere staat ineens een groep onbekenden je aan te moedigen. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt!’’
Hoofdafbeelding: Henk Harrevelt
Tekst: Isa Smeele
