De huisartsengroep Bodegraven heeft aandacht gevraagd voor een groot probleem in de gezondheidszorg in Bodegraven. Na het stoppen van huisarts V. Dobben op 1 juli, die sinds 1984 actief was in de gemeenschap, blijkt een voorgenomen overname van zijn praktijk niet door te gaan. Als gevolg hiervan dreigen zo’n 1500 patiënten zonder huisarts te blijven.
“Het niet doorgaan van de overname ligt voornamelijk aan een tekort aan medewerking van zowel de Gemeente Bodegraven-Reeuwijk als de zorgverzekeraars. De al aanwezige huisartsenpraktijken in Bodegraven kunnen dit gat niet opvullen. Zij werken reeds met wachtlijsten en zijn niet in staat om nieuwe patiënten aan te nemen”, zegt de huisartsgroep.
De huisartsengroep heeft bij de gemeente aangedrongen op hun verantwoordelijkheid om zorglocaties binnen het dorp op te zetten. Er is gewezen op het gebrek aan faciliteiten in Weideveld. In reactie hierop gaf de gemeente aan mee te willen werken aan het realiseren van een tijdelijke locatie. Echter, dit blijkt kostentechnisch niet haalbaar.
Volgens de huisartsengroep stelt de gemeente steeds hogere eisen, waardoor het proces vertraagt. “Daar waar de gemeente ondersteunend zou moeten zijn, leggen ze de bal continu neer bij de huisartsen in plaats van samen te werken en te faciliteren,” zeggen ze.
Reactie gemeente
De situatie legt een zware druk op de lokale gezondheidszorg, zegt wethouder Dirk Jan Knol. “We hebben in Nederland al een huisartsen tekort. Er waren opvolgers gevonden om in de gemeente aan de slag te gaan. Toen moest er een locatie worden gevonden. Ook een stuk grond was beschikbaar, maar de kosten om hier een huisartsenpraktijk (portoCabin), te realiseren met alles erop en eraan waren vier keer zo hoog als men dacht bij de investering. De kosten bestaan vooral uit de plaatsing van de portocabins en de huur ervan en het gereed maken van de grond. Hierdoor zijn ze helaas voor nu afgehaakt. Dit slaat voor mij ook in als een bom.”
“Gezondheid van de inwoners en een goede huisarts is belangrijk, daarom maak ik me hard om te helpen waar kan.”Wethouder Dirk Jan Knol
