De Bodegraafse Mieke van der Gugten (57) is een zeer bekend gezicht bij gymnastiekvereniging Heres. Als jong meisje kwam ze in de selectie en heeft de turnwereld niet meer losgelaten. Ze heeft inmiddels al verschillende generaties voorbij zien komen in de gymnastiekgroepen. “Ik ben er nooit tussenuit geweest, ik ben altijd doorgegaan.”
Hoe ben je in het gymnastiekleven terecht gekomen?
“Via mijn vader, Jan Beijeman. Hij was zelf turner en zat in het bestuur van Hercules. Heres is ontstaan na een fusie van Hercules en ESTO, in januari 1990. Ik was als drieënhalf-jarig klein meisje al lid van Hercules, een gymnastiekvereniging in Bodegraven.”
Wat vond je het mooist in die 50 jaar?
“Je hebt vele wedstrijden. Als je dan een keer eerste wordt, is dat voor jezelf een hoogtepunt. Ik was vaak tweede, de eeuwige tweede!” lacht ze. “Bij de regiowedstrijd” kreeg ze dan toch de eerste plaats.
Het is een rode draad in je leven, de gym
Hoeveel tijd per week ben je per week kwijt aan de vereniging?
“Nu turn ik zelf niet meer, ik geef les. Toen ik in de dertig was, kreeg ik een knieblessure door een te gestrekte salto uit de brug, tijdens een wedstrijd. Dat is wel een vervelende blessure geweest. Nu geef ik al een aantal jaar tien à twaalf uur les per week, van Nijntjegym met dreumessen tot 70+. Mijn hobby ben ik aan het voortzetten, en ik wil de vereniging graag helpen. Het is een rode draad in je leven, de gym. Ook zit ik al 26 jaar in het bestuur.”
Wat heb je allemaal gedaan voor de club?
Mieke is lange tijd actief bij de “Jeugdraad en de activiteitencommissie. Ik was altijd assistent bij de bestaande turnleidsters. Ik hielp bij Ans Stolwijk en Barry van der Helm. Uiteindelijk werd ze zelf trainster. “Dan ga je opleidingen doen bij de KNGU [Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie].” Ook helpt Mieke bij wedstrijden en vergaderingen. “Dat doe ik altijd met passie en plezier. Ik ga ook naar evenementen. Vroeger gingen we [Met Hercules en ook Heres] mee naar De Gymnaestrada, dat is eens in de vier jaar.” Daar komen gymnasten uit verschillende landen bij samen “waar ze elkaar alles laten zien op gym- en turngebied. Je wint niks, het is puur een show. Ik ben mee geweest naar Zwitserland, Denemarken en Amsterdam.” Er moest veel getraind om mee te doen om de shows goed uit te voeren. “Dan waren we aan het oefenen op zondagen op de velden in Nederland” herinnert ze zich.
Wat betekent de club voor jou in je leven?
“Heel veel. Je bent er van kleins af aan mee opgegroeid.” Ze haalt herinneringen op.” Ik heb altijd veel gedaan: niet alleen turnen, maar ook Jazz-dans en aerobics. Dat was destijds nog niet bekend in Nederland, enkel in Amerika.” Olympisch turnster Ria Rietveld introduceerde dit in persoon aan een groep waar Mieke in zat. “Ginus Lage trainde het Nederlands elftal turnen, en die gaf ook les aan Hercules. Dat zijn wel twee toppers waar je dan les van hebt gehad.”
“Als je lang op een vereniging zit, train je ook jarenlang met dezelfde personen. Daar ontstaan vriendschappen in. Mijn man en ik hebben al ruim 40 jaar een hechte vriendenclub met andere ex-turnsters en hun echtgenoten. Sport bindt ook met elkaar.”
Oefenen, oefenen oefenen, en dan kun je het. Dát vind ik zo leuk aan turnen.
Wat wil je de jongere sportgeneratie meegeven?
“In alle sporten staat veiligheid op nummer één. Dat het kind veilig aan het sporten is, maar zich ook veilig voelt. Dat vind ik het belangrijkste in de ontwikkeling. Daarnaast moet plezier komen, je moet het leuk vinden. Op drie komt dat je een kind uitdaagt om te trainen en te oefenen, van: ‘zie je wel dat je het kan en durft!’ Om stimulans te geven en te laten zien dat ze meer kunnen dan ze denken.” Ze ziet het groeiproces vaak bij haar jonge leerlingen.” Oefenen, oefenen oefenen, en dan kun je het. Dát vind ik zo leuk aan turnen.”