Het huis uit 1905 aan de Noordstraat zien Esther (45) en Dirk-Jan (48) Kevelam als ‘ons project’. De woning, die al vaak verbouwd is door voorgaande bewoners, wordt door het stel sinds 2016 stapsgewijs gerenoveerd. “[Als materiaal] nog bruikbaar is, misschien in een andere vorm, gebruiken we het opnieuw.” In fotoboeken houden ze de voortgang bij. – Iedere week zal ReBonieuws een inwoner van Bodegraven-Reeuwijk uitlichten. Dit artikel komt tot stand in samenwerking met Karwei en Freek Hypotheek.
Waarom kozen jullie voor Bodegraven-Reeuwijk?
Dirk-Jan: “We komen alle twee uit Bodegraven en van alle twee de kanten woont er familie. Ons hele sociale leven is hier. Ook merk ik dat het heel praktisch is dat Bodegraven zo centraal gelegen is. Dat zie ik ook in mijn werk; ik rijd zo heel het land door.” Esther: “Het is hier ook precies groot genoeg. [Bodegraven-Reeuwijk] heeft niet de grootte en anonimiteit van de stad, maar het is ook niet dat iedereen alles van je weet. Precies daar tussenin: dat vinden we prettig.” De korfbal bij De Vriendenschaar waar hun kinderen Louise (17), Valerie (15) en Samuël (11) op zitten speelde ook een rol. Wonen buiten Bodegraven kon niet, want: “de korfbal!”
Wat vind je nu het leukst in Bodegraven-Reeuwijk?
Dirk-Jan: “Ik vind het leuk dat ze het centrum, het Raadhuisplein en de Bouwsteeg aan het opknappen zijn. Meer sfeer en karakter, vergroenen. Er zijn jaren geweest dat er mooie dingen weggehaald zijn, zoals het oude parochiehuis. Esther: “Bij de Wilhelminastraat stond een prachtig pand. Al die oude huizen werden een tijd lang niet gewaardeerd.” De gevelsubsidie en de bootjes langs de Rijn ziet Esther als positief. De hal van het stel getuigt van hun waardering voor het karakter van het oude: de muur hangt vol met ansichtkaarten van Bodegraven van vroeger, gepositioneerd in hun oude keukenkastdeurtjes. Verder is de omliggende natuur een groot pluspunt volgens hen.
Hoe ben je verbonden aan Bodegraven-Reeuwijk?
Esther: “Het begon met de Ontmoetingskerk, daar hebben wij elkaar leren kennen. Ook zit ik nu 19 jaar bij Promising Voices.” Sinds 2014 is ze voorzitter van het koor. Ze kwam er terecht via de plaatselijke slager, Jetze Kamerling, die tevergeefs Dirk-Jan met een flyer wilde overhalen om zo meer mannen in het koor te krijgen. Ook de Beatrixschool waar hun kinderen op zaten en zitten en familie spelen een rol. Verder bindt hun eigen huis hen aan het dorp. “Het is een unieke plek die we hebben.” Een grote tuin, loopafstand van het centrum, maar bovenal: “een uitdagend project. Veel mensen waren bij het huis wezen kijken maar durfden het niet aan om het te kopen. Er was veel achterstallig onderhoud en het heeft jaren leeggestaan. Toen we net de sleutel hadden en het ging regenen was er bijna geen kamer die nog droog was. De woonkamervloer liep negen centimeter scheef. Het was best een beetje spannend.”
Wat is je favoriete plekje thuis en waarom?
Esther: “Voor mij is dat de achtertuin, ik vind het heerlijk om buiten te zijn. Dirk-Jan: “Ook de veranda met het houtkacheltje. Ik ben ook graag in de keuken, met een mooi uitzicht over de tuin.” Met het verbouwen heeft het stel geprobeerd de oude stijl zoveel mogelijk terug te laten komen. Daar worden tweedehands spullen voor gebruikt, maar ook “het marmer van de vensterbank hebben we gebruikt voor de schouw en het toilet.” Ook werd een kledingkast getransformeerd tot bedstee. Dirk-Jan: “We willen het karakter behouden met het comfort van tegenwoordig.”
Of het stel soms werd ontmoedigd door al dat verbouwen? “Nee, want we pakken het per stuk aan. We zorgden dat er een paar kamers af waren toen we verhuisden.” De kinderkamers hadden prioriteit. “Onze slaapkamer is drie jaar verschrikkelijk geweest, maar dat boeide ons niet. Onze kleding heeft die drie jaar aan een vlaggenstok gehangen. De tapijtspijkertjes zaten nog in de houten vloer, je moest uitkijken waar je liep.”
“Dat we dát drie jaar volgehouden hebben.” grapt Dirk-Jan. Esther bladert verder door het fotoboek, terwijl ze herinneringen ophaalt en anekdotes vertelt.
Of ze trots zijn op de voortgang van hun Woonproject? Het stel blijft bescheiden. “We zijn vooral dankbaar dat we hier mogen wonen.” aldus Dirk-Jan. “En je kan nog steeds je creativiteit kwijt. Soms pak ik het fotoboek erbij om te zien wat we allemaal al gedaan hebben, zodat we ons niet blindstaren op ‘wat nog moet’.” voegt Esther toe. Dirk-Jan, tot slot: “Ze zeggen weleens; je moet van de reis genieten, niet alleen van de bestemming. We zijn nog steeds onderweg.”
Door: Anne van Schothorst