Maria van Os (21) zet zich in voor de ChristenUnie te Bodegraven-Reeuwijk. Naast haar politieke activiteit is ze student gezondheidswetenschappen aan de Erasmus Universiteit en werkt twee dagen in de week als bijlesdocent wiskunde en Engels op een middelbare school. Die activiteiten inspireren haar weer aangaande domeinen als Jeugdzorg en onderwijs.
Hoe zet jij je in in de lokale politiek?
“Ik stemde altijd al wel ChristenUnie en voelde me er mee verbonden, maar sinds deze verkiezingen” is ze actiever voor de partij. “Ik sta op plek zes van de lijst, draai mee met de campagne, en mocht ik verkozen worden ga ik hard aan de slag voor de ChristenUnie.”
Wat trok jou om als jongere politiek actief te worden?
“Ik ben altijd al wel geïnteresseerd geweest in de politiek. Wat mij denk ik vooral trekt is dat je in de politiek invloed hebt op hoe dingen gaan en soms heb ik daar een mening over, met name over sociale kwesties zoals armoede of de zorg.” Ook haar studieachtergrond draagt daaraan bij. “Mijn studie gaat voornamelijk over de bestuurskunde van de zorg.”
Welke problemen zie jij op dit moment voor jongeren in Bodegraven-Reeuwijk?
Ze noemt de huizenmarkt, Jeugdzorg en duurzaamheid. “In Bodegraven staat niet zo heel veel te koop en het is best wel duur, dus als jongeren die nu in Bodegraven wonen hier later ook willen wonen, zou dat best een probleem kunnen zijn. Het probleem in de Jeugdzorg is denk ik met name dat er te weinig geld voor beschikbaar is. Nu wil ik niet zeggen dat de kwaliteit van zorg door Jeugdzorg niet goed genoeg is, maar ik denk dat [het gebrek aan voldoende geld] ten koste kan gaan van de kwaliteit die geleverd wordt en dat er onvoldoende zorg beschikbaar is. Teveel kinderen en gezinnen moeten wachten voordat zij in aanmerking komen voor zorg.”
Hoe hoop je die problemen op te lossen?
“Ik denk dat aandacht belangrijk is voor problemen die spelen rondom jongeren. Dat het gezien wordt, en dat mensen ervan weten. Op zo’n manier is er ook meer draagvlak om er meer geld naar te sturen zodat het beter geregeld kan worden.”
Wat vind je juist goed gaan in de gemeente voor jongeren?
“Wat ik mooi vind in de gemeente, ondanks dat het niet de allergrootste gemeente is, is dat er best veel mogelijkheden zijn voor jongeren.” Ze noemt studieplekken in het Evertshuis. “Ik denk ook aan De Zon” een plaats waar jongeren samen kunnen komen. “Er is altijd iemand voor hen beschikbaar. Er is best veel aanwezig in Bodegraven voor jongeren om het een fijne en leefbare plek voor hen te laten zijn.”
Als je 100.000 euro had om in de gemeente te besteden aan jongeren, waar zou je het dan aan uitgeven?
“Ik zou het dan wel in stukjes verdelen: verschillende thema’s rondom jongeren. Er is nu [in het kader van de coronacrisis] best veel geld beschikbaar voor onderwijs, dat vind ik al heel mooi. Maar normaal gezien zou ik nog een stukje extra aan het onderwijs geven, omdat daar tekorten zijn, zoals bij de leraren. Er ontstaan grote klassen, waardoor meer aandacht gaat naar orde houden. In mijn werk zie ik juist hoe gebaat leerlingen zijn bij aandacht van een leraar. Ook zou ik geld besteden aan Jeugdzorg, met name de plekken waar de tekorten zitten, dus de ggz bijvoorbeeld.”
Door: Anne van Schothorst