Hij begon met de bachelor rechten, deed eveneens geschiedenis, en kwam naast een master Strafrecht op het conservatorium terecht. Hij richtte studentenkoor Vocaal Ensemble Sola Musica op, maar wilde meer met muziek. Maarten Koopman (26) leidt nu het Bodegraafse koor Vocaal Ensemble Lobet den Herrn. Het is een “klassiek koor, van Barok tot Romantiek en soms een uitstapje naar Modern.” Ondanks een moeilijke start werkt het koor nu toe naar een uitvoering in de winter. Maarten merkt de uniciteit op van de waardering voor klassieke muziek, in een dorp.
Moeilijke start en de gok wagen
Via een vriend kwam hij bij het koor terecht. “Ik was op zoek naar een kamerkoor.” Hij voelde aansluiting. “Ze hebben een christelijke identiteit, dat is een makkelijke ingang.” De proefrepetitie “sloeg aan; ze wilden echt.” aldus Maarten over het koor. “Ik dacht; ik heb er zin in. Toen kwam corona.” Het begin was daardoor niet makkelijk, bijvoorbeeld door het online repeteren. Toch liet Maarten zichzelf en het koor niet tegenhouden. “Ik wilde met Pasen een stuk uitvoeren, Olivet to Calvary van Maunder. We zijn daaraan begonnen, maar toen kwam corona weer. We hebben de gok gewaagd en gewoon een datum neergezet. Ik ben een doorbijter, als ik ergens aan begin, maak ik het af.” Met succes. “Het was prachtig.”
De muziek is intenser, dichterbij, het is meer echt, omdat het langs het hart gaat
Langs het hart
Wat dit koor uniek maakt? “Dat het christelijk is. Je merkt tijdens het uitvoeren dat de koorleden geloven wat ze zingen. Dan krijg je een dubbele zeggingskracht, een dubbele concertbeleving als het ware. Ik zou haast zeggen; de muziek is intenser, dichterbij, het is meer echt, omdat het langs het hart gaat.” Het koor komt drie keer per maand samen in de Ichthuskerk.
Dat collectieve is lastig in deze tijden
Dorpse cultuurgevoeligheid
Maarten benoemt dat het interessant is dat er in een dorp als Bodegraven-Reeuwijk een dergelijke interesse is voor klassieke muziek. “In de stad zijn mensen vaak cultuurgevoeliger. Hoe verder je naar het platteland gaat, hoe moeilijker het is een koor te vinden en dat bij elkaar te houden. Ik vind het altijd heel mooi als dat in een dorpskern wél zo is. Dat is zeker bijzonder bij klassieke muziek, waar tegenwoordig niet veel aandacht meer voor is. Ook willen mensen niet meer vastzitten aan lange projecten. Dat collectieve is lastig in deze tijden.” Het is juist daarom dat Maarten een lokaal koor waardeert.
Het koor werkt nu toe naar een grote uitvoering in december in de Hervormde Kerk Bodegraven: Gloria! “Het wordt een heel mooi kerstprogramma.” Verschillende stukken, zoals het Magnificat van Vivaldi en het Gloria van Vivaldi komen aan bod. “Als omlijsting de koralen uit het Weihnachtsoratorium van Bach. Een koraal is een gezang waarvan de (vaak) bekende kerkmelodie vierstemmig is getoonzet. Als het lukt wil ik een of twee koralen met het publiek zingen.”
Baspartij leeggelopen
Toch lijken er wat broodnodige tonen te zijn weggevallen uit het koor. “De baspartij is leeggelopen. Er zijn drie tenoren, de sopranen zitten vol, en verschillende alten zijn ook door corona en persoonlijke omstandigheden afgevallen. Ik ben wel geschrokken dat er zoveel bassen zijn weggegaan.” Daarom zingt Maarten nu zélf de baspartij, terwijl hij het koor begeleidt op de piano, en dirigeert. “Eigenlijk is het uit balans.”
Je gaat op zoek naar de ziel van mensen, door de taal van muziek
Taal van de muziek
“Er zit heel veel potentie in het kamerkoor. Ik hoop vooral dat de baspartij weer volledig wordt, zodat ik meer bezig kan gaan met visie, interpretatie, klankkleur en zangtechnische puntjes.” Want “dirigeren is een bijzonder vak. Je bent degene die de lijnen uitzet, die mensen moet inspireren, en een visie moet hebben. Soms kan het koor het gewoon zelf, maar soms ben je noodzakelijk, omdat er leiding nodig is om het koor ergens te brengen. Je gaat op zoek naar de ziel van mensen, door de taal van muziek. Je kunt dan tot hele mooie hoogtes komen.”
Door: Anne van Schothorst