De toekomstvisie Bodegraven-Reeuwijk krijgt vorm. Aan de hand van dorpsvisies, regionale plannen, gemeentelijk beleid en ideeën vanuit inwoners en bedrijfsleven wordt de visie opgesteld. Recent is een tussenstand gepresenteerd; een eerste idee hoe de puzzelstukken in onze gemeente op hun plek kunnen vallen. Hoe bestaande waarden van leefbaarheid, ondernemerschap, rust en ruimte en natuur kunnen worden versterkt en hoe alle facetten die van belang zijn voor de toekomst van onze gemeente worden meegewogen, inclusief lokale kansen en maatschappelijke ontwikkelingen.
Gijsje Jacobs van Adviesbureau Maakdestad en Lizet Keyzers van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk zijn nauw betrokken bij het opstellen van de toekomstvisie. Lizet Keyzers: “Er is samen met inwoners, dorps- en wijkteams, organisaties en ondernemers veel informatie verzameld en de uitkomsten daarvan zijn als puzzelstukken aan elkaar gelegd.” Gijsje Jacobs: “Een ingewikkelde puzzel, want er zijn zoveel facetten die invloed hebben op de toekomst. Denk aan woningbehoefte, klimaatverandering, energietransitie, vernieuwingen in de landbouw en een stijgend zorggebruik. Ook wil je de leefbaarheid waar mogelijk versterken, met onder andere een prettige woonomgeving en voldoende faciliteiten.” Lizet: “Uit de tussenstand van de Toekomstvisie blijkt dat we winkels, voorzieningen en bedrijven in onze gemeente sterk willen houden. Datzelfde geldt voor het gevoel van rust en ruimte en de landschappelijke waarden.”
Toekomstvisie is nooit af
Al die puzzelstukken zijn nu in een eerste opzet in elkaar geschoven. Gijsje: “Het was een flinke opgave om al die verschillende facetten een plek te geven en met elkaar in verband te brengen. Er is een aantal richtingen duidelijk geworden. Met twee opmerkingen daarbij: (1) iedereen kan nu reageren op de tussenstand zodat we de richtingen concreter kunnen bepalen en (2) deze puzzel is nooit af, want de samenleving verandert continu waardoor ook de toekomstvisie voortdurend moet worden aangepast. Het wordt zeker geen saai gemeentelijk document, maar een beschrijving hoe we met z’n allen samenwerken aan een herkenbaar Bodegraven-Reeuwijk én aan een duurzame leefomgeving.”
Drie hoofdrichtingen
Samenvattend kan worden gezegd dat er drie hoofdrichtingen aan te wijzen zijn. Zo heeft Bodegraven van oudsher een strategisch gunstige ligging aan de Oude Rijn, spoorweg en verkeerswegen als de A12 en N11. Lizet: “De toekomstvisie ziet in en rond Bodegraven ruimte om het woningtekort echt aan te pakken en extra ruimte voor lokale bedrijven te creëren. Zo versterken we de kansen voor jong en oud, onze voorzieningen, de economie, cultuur en recreatie en het openbaar vervoer. Voor Reeuwijk-Brug en het Plassengebied komt de nadruk meer te liggen op een aangename leefomgeving met voldoende voorzieningen, met als belangrijke uitgangspunten natuur en rust en ruimte. Voor de dorpen en kernen in het buitengebied willen wij de landschappelijke, veelal agrarische setting handhaven en tegelijk oog houden voor de vitaliteit van die dorpen.”
Elk dorp eigen karakter
Gijsje vervolgt: “Bodegraven-Reeuwijk vormt een strategisch knooppunt én ligt centraal in het fraaie Groene Hart. We zijn een gemeente met twee gezichten; deze combinatie wordt gewaardeerd. Dat heeft ook dorpen met een eigen identiteit opgeleverd. Inwoners en ondernemers willen de waarden van de dorpen bewaren en waar mogelijk versterken. Zaken als openheid en kwaliteit van het landschap: rust en ruimte, vitale landbouw, kleinschalige, sociale dorpen, bijzondere natuur en passende recreatie. Tegelijkertijd willen ze dat wensen en ideeën gehonoreerd worden. Een voorbeeld: uit de enquête in Bodegraven kwam als topprioriteit de bouw van woningen voor verschillende doelgroepen. Dit vind je terug in de tussenstand van de Toekomstvisie. Het is ook een logische plek als je kijkt naar het verleden. De ligging van Bodegraven op een knooppunt van snelwegen, aan het spoor en het water was al vanaf de Romeinen aantrekkelijk voor wonen, werken en (kaas)handel. En die gunstige ligging is er nog steeds: midden in de Randstad. Dat maakt heel Bodegraven-Reeuwijk een aantrekkelijke plek om te wonen, werken en recreëren. Maar het is zeker niet de bedoeling dat wij negen maal een Bodegraven willen creëren in onze gemeente. Je hebt namelijk binnen deze gemeente het uitgestrekte landschap van het Groene Hart, de plassen en het dorpse karakter. Een gezonde leefomgeving om op te groeien, te werken en oud te worden. Dat is juist het uitgangspunt voor de andere dorpen en kernen.”
Leefbare gemeente
Het mooie aan de Toekomstvisie is de grote reikwijdte, waarbij niet alleen ruimtelijke aspecten worden bekeken, maar ook welzijn, sociaal domein, economie, gezondheidszorg, toerisme, duurzaamheid, milieu, energietransitie en vele andere beleidsterreinen. Lizet legt uit: “We willen bijvoorbeeld naar gezonde dorpen toe. Als mensen meer gaan bewegen en in een gezonde omgeving leven, zul je zien dat daardoor de sterk stijgende kosten van gezondheidszorg en jeugdzorg kunnen dalen of minder snel stijgen. Gemeenten zijn verplicht om via een Regionale Energie Strategie te werken aan eigen opwekking van duurzame energie. In zo’n Toekomstvisie kun je de stappen daartoe afwegen tegen andere belangen. De woonvisie is recent tot stand gekomen, maar die geeft alleen aan dat de gemeente veel woningen wil bouwen voor verschillende doelgroepen; in de Toekomstvisie kun je de richting meer bepalen: waar die woningen dan moeten komen. Je moet steeds afwegingen maken en verbanden leggen. Kijk je je naar de Omgevingsvisie, die gemeenten straks verplicht moeten opstellen als de Omgevingswet van kracht wordt, dan is daar de insteek vooral de ruimtelijke verdeling. De Toekomstvisie is breder en gaat over keuzes voor een leefbare gemeente.”
Reacties op tussenstand
Om de Toekomstversie verder in te vullen, worden er reacties opgehaald bij gemeenteraad en bij de organisaties en dorps- en wijkteams die input hebben geleverd. Gijsje: “Inwoners en bedrijven hebben op verschillende manieren diepgaand meegedacht over de toekomst van hun dorpen. De tussenstand van de Toekomstvisie is grotendeels hierop gebaseerd. Al de betrokken partijen kunnen nu reageren op deze tussenstand. Omdat we duidelijke scenario’s schetsen, willen we via het inwonerspanel Bodegraven-Reeuwijk Spreekt nog een enquête uitzetten om te reageren op de Toekomstvisie. Iedereen kan zich voor dat panel aanmelden via bodegraven-reeuwijkspreekt.nl. We willen in gesprek blijven om de toekomstvisie een actuele basis te laten zijn voor samenwerking tussen inwoners, bedrijven en gemeente.”
Wethouder Jan Leendert van den Heuvel:
“Er ligt nu een toegankelijk vertrekpunt voor discussies en uitwerking van keuzes”
Wethouder Jan Leendert van den Heuvel wil allereerst benadrukken dat de tussenstand van de Toekomstvisie vooral een toetsingsmoment is of de informatie die is opgehaald bij inwoners, bedrijven en organisaties tot de goede richtingen zijn uitgewerkt. “Deze tussenstand is een check of we goed bezig zijn. Het is absoluut geen uitgewerkt scenario. Het is veel meer een toegankelijk vertrekpunt voor de verdere uitwerking, met de daarbij behorende discussies. Met z’n allen hebben wij veel wensen en ambities en die moet je binnen de belangen van betrokken partijen afwegen. Zo kunnen wij als gemeente veel woningen willen bouwen en ruimte voor bedrijven creëren, maar er zijn meer gemeenten in de regio die dat willen en er is ook nog een provincie.”
Daarom is het naar de mening van de wethouder belangrijk dat Bodegraven-Reeuwijk met de Toekomstvisie een goed verhaal heeft. “We laten zien waaraan we denken en onderbouwen dat ook. Het is een gebalanceerd verhaal. Dat geeft duidelijkheid en daadkracht bij de komende discussies en keuzes, ook richting provincie die nu bijvoorbeeld geen extra ruimte voor het bedrijfsleven op de rol heeft staan. Ik ben eveneens blij met de input die vanuit de dorpen en de op te stellen dorpsvisies is aangereikt. Ook informatie en wensen vanuit tal van andere organisaties waren welkom. Je ziet echter daarin claims op de schaarse ruimte doorklinken; dan helpt de Toekomstvisie bij de afgewogen verdeling van de wensen en ruimteclaims. Nog even los van een Regionale Energie Strategie die we vanuit de rijksoverheid moeten opstellen en dwars door de toekomstige ontwikkelingen loopt.”
Uiteindelijk vormt de Toekomstvisie een praktische opmaat naar de Omgevingsvisie 1.0. “We zijn als gemeente straks conform de aanstaande Omgevingswet verplicht om een Omgevingsvisie te hebben; die zullen we de komende jaren opstellen. Deze Omgevingsvisie is net als de Toekomstvisie veel breder van opzet dan de huidige, ruimtelijke Structuurvisies die we nu als leidraad voor de ruimtelijke ordening hebben. In de Omgevingsvisie moet naast de fysieke leefomgeving worden gekeken naar zaken als preventief handelen, veiligheid, sociale cohesie en milieu. Het wordt een integrale visie die betrekking heeft op alle terreinen van de fysieke leefomgeving. De Toekomstvisie is eveneens een integrale visie hoe wij onze gemeente de komende decennia willen zien ontwikkelen. Dorpsvisies, Toekomstvisie en Omgevingsvisie zullen elkaar deels overlappen, maar vullen elkaar vooral als praktische, heldere bouwstenen aan om met elkaar de juiste, evenwichtige keuzes te maken.”
Yvette Engbers, Dorpsteam Sluipwijk en Plassengebied:
“Blijven zoeken naar balans tussen wonen, natuur en recreatie”
Op het eerste gezicht ziet Yvette Engbers van het Dorpsteam Sluipwijk en Plassengebied dat de uitkomsten van de enquête onder de inwoners terugkomen in de tussenstand van de Toekomstvisie. “Het genieten van rust en ruimte en landelijke karakter heeft een duidelijke plek gekregen. Maar dat neemt niet weg dat wij ons zorgen blijven maken over de extra behoefte aan toerisme en recreatie en de alsmaar toenemende verkeersdruk. De goede balans zullen we moeten blijven zoeken in de verdere uitwerking van de Toekomstvisie.”
Met een reactie van 309 ingeleverde enquêteformulieren op een kleine duizend adressen heeft het Dorpsteam allereerst de grote lijnen uitgewerkt. Yvette: “Dat was een behoorlijke klus. Het gaf echter ook een boost als de inwoners zó betrokken zijn en een duidelijk signaal gaven om de omgeving te houden zoals het nu is met grote nadruk op de natuur. We hebben nu een conceptversie gereed waarin we de grote lijnen verankeren in onze eigen dorpsvisie en in de gemeentebrede Toekomstvisie. Deze laatste gaat dieper in op zaken als sociaal domein, gezondheidszorg en vergrijzing dan onze Dorpsvisie.”
“Het is makkelijker om met inwoners over de plek van afvalbakken te praten dan over thema’s die nu nog een ver-van-mijn-bed-show lijken als een energietransitie of CO2- neutraal Nederland in 2050. Zaken die in de Toekomstvisie wél aan bod komen. Het is onze rol als Dorpsteam om inwoners daarover mee te laten discussiëren, bijvoorbeeld over het vervangen van propaantanks en duurzaam varen.”
“De uitdaging voor ons – en ik denk ook voor andere partijen die actief zijn in het plassengebied – blijft om de achterban goed te betrekken bij te maken keuzes, zodat we hen ook goed kunnen vertegenwoordigen. Daar wil het Dorpsteam Sluipwijk en Plassengebied op inzetten. Bij voorkeur samen met het Dorpsteam van Reeuwijk-Brug, dat eveneens heeft ingezet op rust en ruimte en natuur. De tussenstand geeft de goede richting aan. We herkennen onze uitgangspunten. Dit geldt ook voor de gebiedsvisie van Stichting Veen, waarin veel nadruk wordt gelegd op de natuurwaarden van het plassengebied. Maar we hebben nog wat uit te werken en te overbruggen om tot die goede balans te komen.”
Jan Oostveen, Ondernemers Platform Bodegraven-Reeuwijk:
“Inwoners en bedrijven zitten op dezelfde golflengte, dat maakt invulling van Toekomstvisie makkelijker”
“We zitten voor Bodegraven niet te wachten op een status als forensendorp,” stelt Jan Oostveen, voorzitter OPBR. “Van oudsher zijn er veel bedrijven en winkels gevestigd. Met de enquête voor de dorpsvisie van Bodegraven hebben inwoners zich in overgrote meerderheid (zo’n 80%) uitgesproken dat er ruimte moet zijn voor bedrijven die zorgen voor werkgelegenheid en de overige 20% was niet tegen, maar reageerde neutraal of had geen mening. Dat belang van werkgelegenheid onderschrijven wij als ondernemers. Ik ben blij dat wij op dezelfde golflengte zitten, dat maakt straks de discussies over de praktische invulling van onze wensen voor extra ruimte voor bedrijven en goede ontsluitingen op voorhand prettiger en eenduidiger. We zijn ook blij dat de wens voor extra ruimte voor bedrijven duidelijk in de tussenstand van de Toekomstvisie is opgenomen en dat het overgrote deel van de inwoners van met name Bodegraven hierachter staat.”
Letterlijk staat er in de Toekomstvisie: ‘Voldoende ruimte voor bedrijven; bedrijven met meerwaarde voor de lokale werkgelegenheid en het dorp’. Jan Oostveen: “Wij willen als OPBR dat lokale bedrijven de ruimte krijgen om uit te breiden. Dat is voor ons topprioriteit. We moeten even stoppen met de fantasierijke wensen om allerlei bedrijven naar deze gemeente te lokken vanwege de gunstige ligging, laten wij nu eerst zorgen dat we de bestaande bedrijven ruimte en een goede ontsluiting bieden, zodat we die bedrijven behouden. Als ik zie hoe het verkeer van Broekvelden en Groote Wetering zich over één rotonde moet wringen, dan zien wij liever vandaag dan morgen een betere ontsluiting, bijvoorbeeld via een randweg naar de afrit Waarder. Er zullen altijd bedrijven vertrekken en er komen nieuwe voor in de plaats, maar we moeten onze bedrijven en de lokale werkgelegenheid koesteren, ook in andere dorpen en kernen van onze gemeente. Als je ziet hoe bedrijven verweven zijn met de lokale gemeenschap, via besturen van verenigingen, sponsoring, gebruik van faciliteiten etc., dan is dat voor elk dorp belangrijk.”
Oostveen wil samen met dorps- en wijkteams de positie van bedrijven versterken. “Ja, ik hoor ook commentaar op het zicht op die ‘grote dozen’ maar zie ook dat de bomen daaromheen nog klein zijn en nog moeten groeien. Met de positieve blik van inwoners op bedrijvigheid in met name Bodegraven moeten we nu de praktische uitwerking van onze gezamenlijke wensen uitwerken.”
Daniel Hake, Omgevingsdienst Midden-Holland:
“Als je ruimtelijke ontwikkelingen en leefomgeving samenbreng in één verhaal, kom je tot betere keuzes”
De Omgevingsdienst Midden-Holland is als uitvoerder en adviseur van de gemeente betrokken bij de totstandkoming van de Toekomstvisie Bodegraven-Reeuwijk. Daniel Hake, adviseur en projectleider ruimte en milieu ODMH: “Wij hebben informatie over leefomgeving, milieu, bodemdaling en klimaatadaptatie aangedragen en we zien dat terugkomen in de Toekomstvisie. Dat is goed, want je kunt ruimtelijke ontwikkelingen en woningbouwbeleid niet los zien van eisen aan de leefomgeving. Je zit bijvoorbeeld met luchtkwaliteit en milieuzonering. We hebben ook te maken met bodemdaling; je kunt woningen beter bouwen om zand- en kleiondergrond dan op puur veen. Het is beter om alle voorwaarden vooraf samen te brengen in één verhaal, zo kom je tot betere keuzes bij de uitwerking van plannen. Dat is ook de kern van de Toekomstvisie.”
“Of het nu om milieuzonering, geluidhinder of luchtvervuiling gaat, het is goed als een gemeente daarmee rekening houdt op allerlei beleidsterreinen. En zeker in zo’n Toekomstvisie waarin allerlei beleidsterreinen samenkomen. Ik denk dat de gemeente en haar inwoners met zo’n visie betere keuzes kunnen maken. Keuzes waarin de leefomgeving op voorhand is meegewogen. Je kunt prima nieuwe infrastructuur inplannen, maar denk dan ook aan de benodigde geluidschermen. Of aan bescherming van de weidevogels als je daar wilt gaan bouwen of energievoorzieningen wilt plaatsen. Hou rekening met vigerende regels, hoe eerder, hoe beter.”
Nick den Besten, Dorpsteam Waarder
“Rust en ruimte prachtig, maar vitaliteit minstens zo belangrijk”
Nick den Besten van het Dorpsteam Waarder heeft het idee dat de opstellers van de Toekomstvisie goed naar de resultaten van de bijeenkomsten en enquêtes in Waarder hebben geluisterd. Toch verontrust het hem dat in de tussenstand van de Toekomstvisie veel wordt gesproken over woningbouw rond Bodegraven, maar nauwelijks over nieuwbouw in zijn dorp. “Het uitgangspunt ‘rust en ruimte’ is mooi en we zijn ook blij met de landschappelijke waarden van Waarder, maar we moeten ook een vitaal dorp blijven. We zien nu een leegloop van jongeren uit ons dorp. Dat betekent naar mijn mening dat we meer moeten bouwen voor jongeren en jonge gezinnen. Niet alleen dure koopwoningen die voor deze groepen onbereikbaar zijn. Er wordt veel gebouwd in Driebruggen en Nieuwerbrug, maar in Waarder staan we al 5 jaar stil als het om woningen voor jongeren gaat. Ik zou persoonlijk graag meer jongeren naar Waarder halen”
Sinds 2018 werkt het Dorpsteam aan de eigen dorpsvisie en daarin heeft vitaliteit een plek gekregen. Daarom zou het ook een plekje in de Toekomstvisie moeten krijgen. “We moeten een gulden middenweg vinden tussen ‘rust en ruimte’ enerzijds en vitaliteit anderzijds. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de vele agrarische bedrijven waarbij de kans groot is dat ze in de komende jaren stoppen? Wat gebeurt er met die bedrijven en de karakteristieke lintbebouwing? Daar willen wij met onze inwoners over in gesprek. Ook over nieuwbouwmogelijkheden. Zo’n Toekomstvisie is best ingewikkeld, met al die aspecten van energietransitie, sociaal domein en gezondheidszorg erbij. Wij zijn blij dat in Waarder onder andere de kerken, verenigingen en Stichting Durate veel sociale steun bieden, met bijvoorbeeld boodschappenhulp en vervoer. Maar je wilt ook dat voorzieningen als openbaar vervoer, winkels en scholen hier blijven. We moeten vitaal blijven. Mogelijk kunnen wij straks bij de herinrichting van de doorgaande weg kansen benutten. Misschien een mooi plein met terras, wellicht in combinatie met het café. Eén ding is zeker, we zitten niet stil en willen samen met de inwoners die kansen voor extra vitaliteit bespreken.”
Bron: Gemeente