Rohda’76 telt nog 2 ‘voetbaldinosaurussen’. Een duo dat al vanaf de oprichting in 1976 nog bijna wekelijks op zaterdagmiddag in de voetbalkicksen springt: Kees de Jong en Piet Spannemaker.
Tel even mee met dit kleine rekensommetje. Gemiddeld een wedstrijdje of 25 per seizoen. Competitie, oefenen, beker. En dat maal 40 seizoenen. Dat is 1.000 wedstrijden met het blauw om de schouders. Per speler.
Even terug naar de tijd toen het allemaal begon. Op 24 mei 1967 belandde Kees op Ambachtshof 62 in de wieg. Piet had al eerder dat jaar – op 29 januari – het academisch ziekenhuis in Leiden als startplek voor het leven gekozen. Nog voordat Piet de kleuterschool binnenstapte, verhuisde hij naar Ambachtshof 54. Bijna de buurjongen van Kees. De Ambachtshof. Niet eens zo ver van het eerste Rohda-veld aan de Groene Zoom. De plek waar nu de korfbalmanden van Vriendenschaar staan.
Voor Kees viel er niet te ontkomen aan het blauw en wit. ,,Na een jaar bij voetbalvereniging Bodegraven ben ik bij de oprichting verplicht door mijn ouders overgestapt naar Rohda’76. Ik had geen keus als je vader één van de oprichters is,’’ glundert Kees. Piet vult aan: ,,Ik ben destijds met al mijn vriendjes ook overgestapt van de voetbalvereniging Bodegraven naar Rohda’76. We begonnen in E1. Ik geloof dat we toen direct kampioen werden. Het trainingsveld was op de plek waar nu Albert Heijn staat,’’ duidt Piet de lang vervlogen tijden.
Een carrière van E-pupil tot dragende speler van Rohda’76 1. Van vierkante houten palen en deklat naar ronde aluminium doelen. Van zwarte voetbalschoenen met één, twee, hooguit drie witte streepjes naar sloffen in alle kleuren van de regenboog. Van het hobbelige veld aan de Groene Zoom naar de kunststofsprieten van De Broekvelden. Van een uitnodiging via de papieren ‘aanschrijving’ naar een whatsapp op de iPhone. Ze maakten het allemaal mee. Kees de Jong en Piet Spannemaker. Kees de voetbalstrateeg en kwelgeest voor scheidsrechters. Piet toonbeeld van onverzettelijkheid en ‘spitsenontmantelaar’.
Kees en Piet. Piet en Kees. Geen leden die zich beperken tot het trappen van een balletje. Het Rohda-DNA zit diep in de vezels. Kees waakt als penningmeester over de centen bij Rohda’76. ,,Vroeger hielp ik mijn moeder doordeweeks met het schoonmaken van de kleedkamers. Dan kreeg ik een gulden om te flipperen,’’ diept Kees uit zijn geheugen. Piet – ook lid van het bestuur – beheert de portefeuille voetbaltechnische zaken.
Een kleine kanttekening bij de voetbalpaspoorten. Kees ging nog even ‘vreemd’. Hij wilde het hogerop zoeken. Bij ARC. Daar vond hij niet wat hij zocht en keerde al na een paar dagen terug op De Broekvelden. Ervaring rijker, illusie armer. Piet kende ook een kleine onderbreking van zijn voetballoopbaan. Een dubbele beenbreuk dwong hem bijna 2 seizoenen in de rol van toeschouwer. Het tweetal vertoont nu nog zijn kunstjes in het 4e elftal. De mooiste herinneringen bewaren de spelers evenwel aan hun bijna 2 decennia in de hoofdmacht van Rohda’76.
Kees hield het selectievoetbal op zijn 38e definitief voor gezien. Een jaar eerder – in 2004 -pikte hij nog een kampioenschap mee in de derde klas. Piet koos al iets eerder voor de lagere regionen. Voetballen in de kelder van het amateurvoetbal. Heeft dat ook zijn bekoring? ,,Die kleedkamerhumor is al 40 jaar hetzelfde, maar het blijft leuk,’’ grinnikt Kees. ,,Ja, die geintjes tijdens het omkleden,’’ knikt Piet instemmend.
Door: Ad van den Herik