Op vrijdag 4 maart 2016 vond de tweede rechtszitting plaats van gemeente Bodegraven-Reeuwijk tegen besluiten van het ministerie van I & M over de rijksweg A12. De gemeente stelde beroep in over een tweetal besluiten bij de Rechtbank in Den Haag. De eerste zitting had plaats op 16 februari en de tweede zaak op 4 maart 2016. In de tweede zaak was ook beroep ingesteld door de gemeente Utrecht.
Middenstrook en maximumsnelheid
De minister van Infrastructuur en Milieu heeft in 2014 en 2015 twee verkeersbesluiten genomen die betrekking hebben op de A12. Het eerste verkeersbesluit ging over het permanent openstellen van de spitsstrook. Het tweede besluit gaat over de ingevoerde verhoging van de maximumsnelheid van 120 naar 130 kilometer per uur.
Brief
Wethouder Kees Oskam van gemeente Bodegraven-Reeuwijk: “Samen met de gemeenten Utrecht en Woerden stuurde de gemeente Bodegraven-Reeuwijk al eerder een brief naar de Tweede Kamer. Hierin spraken wij onze bezorgdheid uit over de maatregelen van het kabinet rond de A12. We wezen het ministerie erop dat overheden een zorgplicht hebben voor een schone woon- en leefomgeving voor onze inwoners. Hierbij mag de wettelijk maximale toegestane mate van vervuiling niet maatgevend zijn: van A naar Beter moet zijn van Beter naar Duurzaam.”
Ongerust
Veel inwoners van gemeente Bodegraven-Reeuwijk wonen en werken op korte afstand langs de A12. Een groot aantal hiervan is ongerust over de gezondheidseffecten van de rijksweg. Het verhogen van de maximale snelheid heeft hierop een negatief effect. Het gaat hierbij vooral om aspecten als luchtkwaliteit en geluidsbelasting. In de reacties aan de gemeente gaf de minister herhaaldelijk aan dat de maatregel voldoet aan wet- en regelgeving. Maar ook binnen deze normen zijn er langs drukke wegen wetenschappelijk bewezen negatieve gezondheidseffecten. Deze effecten krijgen onvoldoende aandacht van de minister in de betreffende besluiten vindt de gemeente. Een deel van de Tweede Kamer deelt inmiddels deze zorgen.
Urgenda
De gemeente Bodegraven-Reeuwijk voelt zich gesteund door de uitspraak in de Urgenda-klimaatzaak van 25 juni 2015. Hierin wordt onderstreept dat de overheid meer moet doen om de klimaatdoelstellingen te halen. De verhoging van de maximumsnelheid houdt naar de mening van de gemeente geen rekening met de mondiale afspraken over duurzaamheid. De genomen verkeersbesluiten staan ook haaks op de gemaakte afspraken van de klimaattop in Parijs.
Uitspraak
Binnen zes weken na de zittingen van 16 februari en 4 maart 2016 doet de Rechtbank uitspraak. De gemeente kan vervolgens nog hoger beroep instellen.
Ingezonden artikel.
Foto: Rebonieuws.nl