Het is logisch dat veel inwoners naar de gemeente wijzen als het gaat om maatregelen zodat mensen met een beperking goed in het lokale leven kunnen meedoen. “De gemeente heeft inderdaad de regie om te zorgen dat onder andere de openbare ruimte en openbare gebouwen toegankelijk zijn voor iedereen,” geeft wethouder Kees Oskam aan. “Maar er zijn nog zoveel terreinen waar juist de inwoners aan zet zijn, zoals assistentie als iemand dat even nodig heeft, het snoeien van overhangend groen zodat de stoep goed toegankelijk blijft, geen fietsen of uitstallingen op looproutes plaatsen en bijvoorbeeld ook winkel- en bedrijfswebsites voor iedereen toegankelijk maken. Bovendien: dé gemeente is in feite de lokale gemeenschap, we moeten met z’n allen bijdragen aan een inclusieve samenleving.”
Recent is er een onderzoek van ‘Bodegraven-Reeuwijk Spreekt’ gehouden met als onderwerp ‘inclusie’. Bijna 600 inwoners hebben de enquête ingevuld. Nathalie Baars, gemeentelijk beleidsmedewerker Sociaal Domein: “Uit de enquête blijkt dat driekwart van de mensen het (zeer) eens is met de stelling dat mensen met een fysieke, (licht)verstandelijke of psychische beperking dezelfde dingen moeten kunnen doen als mensen zonder een beperking. Dat is hoopgevend en is een steun voor onze aanpak om een inclusieve gemeente te worden. Nederland heeft in 2016 het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap geratificeerd. Daarop zijn wij als gemeente aan de slag gegaan. We hebben vervolgens een inwonersbijeenkomst gehouden en hebben samen met mensen met een handicap verschillende knelpunten in de praktijk beoordeeld. Mede op grond daarvan hebben wij als gemeente verbeteringen kunnen invoeren. Dat betreft veelal fysieke maatregelen zoals toegankelijkheid van de openbare ruimte. Onze werkvoorbereiders en projectleiders hebben een leidraad gekregen dat zij bij (her)inrichtingen automatisch rekening houden met inritconstructies en het voorkomen van hinderlijke obstakels. Maar we moeten ook zorgen voor een correcte bejegening van mensen met een beperking en betere communicatie met en voor hen.”
Cliëntondersteuners
Nathalie Baars vervolgt: “De uitkomsten van de enquête helpen ons om extra maatregelen te nemen. Zoals beter communiceren dat er onafhankelijke cliëntondersteuners zijn die mensen met een beperking wegwijs kunnen maken als zij ergens vastlopen. Zij weten de weg binnen de mogelijkheden die er zijn om te kunnen participeren en spreken de gemeente ook aan als wij ergens in tekortschieten.” Kees Oskam haakt in: “We moeten mensen met een beperking overigens niet als hulpbehoevend zien, dat zijn ze niet. Ze kunnen prima voor zichzelf opkomen. We kunnen als gemeenten en inwoners wel meer nadenken wat voor hen hindernissen zijn en die wegnemen. Dat helpt hen om volwaardig te kunnen meedoen in onze lokale samenleving.”
Het verbaast de wethouder niet dat liefst 91% van de respondenten van de enquête de gemeente als meest verantwoordelijk ziet voor een inclusieve samenleving, net als de grote verantwoordelijkheid van de rijksoverheid en maatschappelijke organisaties. Gelukkig vindt de helft van de respondenten dat ook inwoners hier verantwoordelijk voor zijn. “Dat is ook precies wat wij als boodschap aan de inwoners willen afgeven. Ik noemde al de directe hulp als mensen met een beperking ergens een drempel over moeten of niet bij een product in het winkelschap kunnen. Dan spreekt het voor zich om hen even te helpen. Maar ook die stoep vrijhouden van overhangende hagen en takken uit je tuin, want dat is één van de meest hinderlijke zaken in de openbare ruimte. Naast de inwoners kunnen ook verenigingen een extra stap zetten, bijvoorbeeld door al dan niet in samenwerking G-teams op te richten of aanpassingen te realiseren dat deze mensen kunnen meedoen met zingen, repeteren of wat dan ook. Winkeliers zouden hun winkel rolstoelvriendelijk kunnen inrichten. Ik ben heel blij met initiatieven van supermarkten om hun personeel te trainen op mensen met Alzheimer. Als iemand zijn boodschappen niet afrekent en de winkel uitloopt, kan dat ook aan een ouderdomsziekte liggen.”
Belangen afwegen
Nathalie Baars: “Vanzelfsprekend gaan wij door met extra maatregelen die bijdragen aan de inclusieve samenleving. Je zult daarbij echter tegenstrijdige belangen moeten overbruggen. Waar winkeliers bijvoorbeeld graag parkeervakken voor hun deur willen, zou je uit oogpunt van toegankelijkheid een winkelstraat willen inrichten voor met name voetgangers. Als je ziet dat er steeds meer ouderen met hulpmiddelen op straat komen, zonder dat de auto’s of brommers langs hen heen racen, dan wil je daar rekening mee houden.” Kees Oskam: “We zullen de schaarse ruimte slim moeten verdelen. Dat trottoir of fietspad moet breed genoeg zijn voor de mensen met een rolstoel of scootmobiel. Dat is inderdaad een taak die op het bordje van de gemeente ligt. We zullen wel in gesprek moeten met de andere belanghebbenden van die straat.”
De enquête helpt om witte vlekken op te vullen, verwacht Nathalie Baars. “Soms denk je dat iets bij iedereen bekend is, zoals de mogelijkheid om losliggende tegels te melden. Maar een kwart van onze inwoners weet dat nog niet, terwijl zo’n melding voor mensen met een beperking extra belangrijk is. Ander voorbeeld: iemand die blind is wordt vaak geholpen bij het oversteken, maar het is lastiger te herkennen of iemand met Alzheimer op straat hulp nodig heeft.
Inwoners staan in hulp-modus
De wethouder vult aan: “Wanneer inwoners, winkeliers en bedrijfsleven nagaan of zij kunnen meedenken over de inclusieve samenleving, dan juichen wij dat van harte toe. En elkaar helpen blijft belangrijk. De gemeente staat niet bij de ingang van een winkel om iemand even te assisteren, dat vragen wij aan onze inwoners. Nathalie Baars: “We zien veel positiefs in de resultaten van de enquête en ook in de praktijk gebeuren. Veel inwoners die bereid zijn om te helpen, veel vrijwilligerswerk, veel mantelzorgers. Daar word ik persoonlijk blij van. Want zo kunnen wij naast al die fysieke maatregelen ook die aanvullende assistentie bieden. ” Kees Oskam: “De meeste inwoners staan in de hulp-modus. Met elkaar voor iedereen.”
Foto: Eerder konden inwoners tijdens de Dag van de Beleving zelf ervaren welke obstakels mensen met een beperking tegenkomen. Archiefbeeld: Wim de Boevère