Vandaag, woensdag 1 juli, vinden de algemene beschouwingen over de Kadernota 2021-2024 plaats. De gemeenteraad buigt zich onder andere over het geschatte begrotingstekort van 800.000 euro voor komend jaar. Om dat tekort terug te dringen, zijn structurele ingrepen in de uitgaven nodig, al dan niet gecombineerd met verhoging van lokale lasten zoals een verhoging van de OZB. Financieel wethouder Dirk-Jan Knol: “Er is echt wat aan de hand. Niet voor niets heeft de Kadernota de titel ‘Alle hens aan dek’ gekregen. De situatie is urgent. We moeten samen de juiste afwegingen maken om niet in de situatie te komen dat onze leningenpositie zodanig oploopt dat we straks elk jaar extra hoge bedragen aan aflossing en rente betalen. Dat zou nog jarenlang ten koste gaan van allerlei voorzieningen.”
Ook binnen de opgave om in 2021 een sluitende begroting te krijgen, komen voorzieningen onder vuur te liggen, zo benadrukt de wethouder. “We komen niet weg met de kaasschaafmethode door overal een beetje minder uit te geven. We hebben als college mogelijke ingrepen onderzocht en die worden deze zomer doorgerekend. Dan komen wij in september met een voorstel aan de gemeenteraad en dan moet er worden gekozen. We kunnen dan die 800.000 euro geheel vinden in bezuinigingen of in een mix met lastenverhogingen. Eén procent verhoging van de OZB levert pakweg 100.000 euro op. Ter relativering: voor een gemiddeld huishouden zou een verhoging van 1 procent OZB neerkomen op 5 euro lastenverhoging per jaar. Wil je het tekort totaal wegwerken via lastenverhogingen dan praat je over een kleine 50 euro per jaar voor een gemiddeld huishouden. Maar er is ook nog de reguliere stijging van de lasten met de inflatiecorrectie en de mogelijke stijgingen van afvalstoffenheffing en rioolheffing omdat die kostendekkend moeten zijn en de kosten voor verwerking van afval en riolering oplopen. Daarom hebben we als college nu een lijstje met mogelijke bezuinigingen opgesteld ter grootte van 1,5 à 2 miljoen euro. Als we daaruit kiezen om die 800.000 euro te halen, dan zijn extra lastenverhogingen niet nodig. We kijken wel naar zaken zoals een bijdrage van inwoners als zij grofvuil wegbrengen, want er wordt momenteel heel veel grofvuil aangeboden en dat zorgt voor extra kosten.”
Bij die lijst van mogelijke bezuinigingen en extra inkomsten worden wat Dirk-Jan Knol betreft geen heilige huisjes benoemd. “Dan heb je het over een breed spectrum aan opties, van subsidies tot bibliotheekbijdrage, van sportverenigingen tot culturele voorzieningen en van onderhoud aan wegen tot het vernieuwen/verduurzamen van vastgoed. Doen we niets en gaan we extra geld lenen, dan loopt de schuld van de gemeente snel op. We betalen nu al jaarlijks bijna 4 miljoen euro aan aflossing en rente op onze schuld. Als je dit afzet tegen de circa 8,5 miljoen die de OZB oplevert, is bijna de helft van de inkomsten al weg. Een hogere schuld zorgt elk jaar voor minder investeringsruimte voor voorzieningen voor onze inwoners.”
Steun van rijksoverheid
Wat dat betreft is Dirk-Jan Knol blij dat de afgelopen jaren de schuldpositie fors is teruggebracht van 165 miljoen euro naar zo’n 132 miljoen euro en dat daarmee ruimte is geschapen voor investeringen in bijvoorbeeld scholen en een nieuw zwembad. Ook de algemene reserve is weer toegenomen tot 15 miljoen euro. “We doen het als gemeente financieel zeker niet slecht in vergelijking met andere gemeenten. Dat is een verdienste van ons allemaal geweest de afgelopen paar jaar. Maar we hebben met name op het terrein van het Sociale Domein inmiddels grote tekorten, die het gevolg zijn van lagere vergoedingen van de rijksoverheid en oplopende vraag en dito kosten van met name de jeugdzorg. Dat verhaal van een mogelijk tekort van circa 3,2 miljoen euro op het Sociaal Domein in 2021 is bekend. Kijk je naar de overige terreinen, dan komen we slechts tot een klein tekort van zo’n 150.000 euro en dat is prima te overzien. Het probleem zit echt in die kosten binnen het Sociale Domein. De rijksoverheid heeft bij de overdracht van de taken richting gemeenten de taart te klein gemaakt en ook nog eens verkeerd verdeeld, met de focus op de grotere gemeenten. Menigeen heeft misschien het beeld dat we er als gemeente een potje van maken, maar dat verhaal van die diepe zakken van het rijk komt niet tot uitdrukking in de financiële ondersteuning van gemeenten voor de sterk groeiende jeugdzorg. We proberen via de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), provincie en politieke partijen de rijksoverheid in beweging te krijgen om extra geld voor deze jeugdzorg richting gemeenten uit te trekken. Maar als ik de recente brief van minister Ollongren hierover lees, dan ziet zij nog geen signalen dat gemeenten in problemen zitten en gaat zij het monitoren…”
Dat neemt niet weg dat het college ook zelf streeft naar het beheersen van de kosten van het Sociaal Domein. “Collega-wethouder Odd Wagner probeert voor 2021 de uitgaven te beperken tot het niveau van dit jaar. Daarmee proberen we als college zo’n 1,3 miljoen euro aan verwachte stijging te voorkomen. Verder willen we binnen de Participatiewet 750.000 euro besparen in vergelijking met de ingediende begroting door Ferm Werk. Tevens laten wij de zogeheten financiële norm om 500.000 euro per jaar over te houden op de begroting tijdelijk vallen. Zo willen wij voor 2021 al circa 2,5 miljoen euro ‘zuiniger’ zijn. Dat is in onze beleving een realistische, kansrijke benadering. Dan blijft er op een begroot tekort voor 2021 van 3,3 miljoen euro die genoemde 800.000 euro aan nog te nemen bezuinigingen over. Zo zit de rekensom in elkaar. We hebben het bij diezelfde rekensom over voorzieningen voor inwoners; dat beseffen we ons als college volledig. Echter, als we met elkaar een goede afweging maken, moeten wij er voor 2021 financieel uitkomen. Daarna hetzelfde verhaal voor de meerjarenbegroting waar ook de nodige uitdagingen liggen. Tot slot over de coronaproblematiek: ook hierdoor stijgen de uitgaven voor onze gemeente. Zo zullen er meer mensen in de bijstand belanden. Maar we gaan ervanuit dat het rijk zal bijspringen voor de extra kosten die gemeenten maken. Want dat is toegezegd.”
Geld voor nieuwe grondexploitatie
Hoewel aan de ene kant voor het begrotingsjaar 2021 naar bezuinigingen wordt gezocht, heeft het college wel besloten om 2,5 miljoen euro uit de reserve grondexploitatie te reserveren voor aankoop van gronden van toekomstige woningbouw en uitbreiding van bedrijventerreinen. Wethouder Dirk-Jan Knol legt uit: “De bouwgrond die wij kunnen uitgeven voor woningbouw en bedrijventerreinen raakt op. Wil je ook in de toekomst woningbouw en ondernemers de ruimte geven – zeker gezien de grote woningnood en lokale behoefte aan 18 hectare nieuwe bedrijventerreinen – dan wil je als gemeente een grondpositie verwerven om die bouw te ontwikkelen. Dat zorgt ook voor extra financiële opbrengsten. Of we moeten het overlaten aan projectontwikkelaars, maar dan strijken zij de revenuen op. Op dit moment is die reservering uitsluitend een boekhoudkundig bedrag, want we geven nog niets concreet uit. Maar die financiële ruimte is wel geschapen.”
Regie houden
Wanneer een gemeente financieel geen sluitende begroting opstelt, dan kan de provincie de gemeente onder financieel toezicht stellen, de zogeheten artikel 12 status. Wethouder Dirk-Jan Knol: “Dat moet je als gemeente en politiek niet willen. Dan ben je de regie over je uitgaven kwijt. Dan kan de provincie ook de belastingen voor je als gemeente gaan bepalen. Soms is het nodig dat een gemeente onder toezicht komt, omdat daarmee de financiële zaken op orde geraken. Voor Bodegraven-Reeuwijk is dat niet nodig, we hebben alles op orde. We moeten wel de benodigde ingrepen plegen. Ik verwacht dat het college naast de eigen zoektocht ook de nodige suggesties van partijen en gemeenteraad krijgt. Daar staan wij altijd open voor.”