Voorafgaand aan de renovatie van het Adema Orgel in de Lutherkerk medio maart 2016

Op 2 dec. 2015 is een delegatie van het college van kerkrentmeesters van de Protestantse wijkgemeente Emmaüs, naar de Orgelbouwer Gebr. van Vulpen afgereisd om in het kantoor van de orgelbouwer het contract te tekenen.(zie foto’s)




De geprognotiseerde aanvang van de werkzaamheden is maart 2016. De duur van de werkzaamheden zal circa 20 weken bedragen. Gedurende deze werkzaamheden kan het bestaande Adema orgel dus niet worden gebruikt, de kerk daarentegen wel !

Voor de noodzakelijke begeleiding is al een piano aanwezig, voordat de renovatie zal aanvangen, zal het elektronisch orgel, wat nu nog in de ontmoetingskerk staat worden overgebracht naar de Lutherkerk.

Het trouwen, rouwdiensten en kerken zal in ieder geval mogelijk blijven gedurende de renovatie, want veel van de renovatie werkzaamheden zullen in de werkplaats van de Orgelbouwer te Utrecht plaatsvinden.

Buiten de reguliere gebudgetteerde onderhoudskosten, zijn voor deze geadviseerde renovatie natuurlijk extra kosten begroot.

Om deze extra kosten te financieren zijn er aan diverse instellingen, Stichtingen en particulieren subsidies aangevraagd, inmiddels hebben er enkelen al een aardig bedrag toegezegd.

Wij zullen doorgaan met het werven van fondsen om de gehele renovatie te financieren, en zullen u middels kerkmag, facebook en de lokale bladen op de hoogte houden van de voortgang hiervan.

Kerkorgel

Historie

Bij een grote brand in Bodegraven op 31 mei 1870 werd ook de Lutherse Kerk – met daarin een orgel van H.H. Hess (Gouda) uit 1771 – verwoest. In het nieuwe kerkgebouw – een zaal kerk in rondboogstijl – werd in 1872 een bestaand kabinetorgel geplaatst, gekocht bij de Goudse orgelmaker G.A.D.J. Gabry.

Op 24 september 1876 werd een nieuw kerkorgel in gebruik genomen, gebouwd door de orgelmaker P.J. (Piet) Adema (Amsterdam); de orgelkast werd vervaardigd door zijn broer Epke (Franeker). De aanneemsom bedroeg 2500 gulden.

De orgelmakers Adema

De broers Carolus Borromeyes en Petrus Josephus Adema richtten in 1855 een orgelmakerij in Leeuwarden op onder de naam Gebroeders Adema. Eerstgenoemde had voordien achtereenvolgens bij de orgelmakers Van Dam (Leeuwarden) en Witte (Utrecht) gewerkt; Petrus Josephus (Piet) was in dienst geweest bij de orgelmaker Hardorff (Leeuwarden) en de firma Loret (Mechelen). Hun broer Johannes Romanus werkte mee in het Leeuwarder bedrijf. Twee andere broers, Adrianus en Epke, zetten de timmermanswerkplaats van hun vader voort; daar vervaardigden zij ook orgelkasten voor Adema-orgels.

In 1868 vestigden de gebroeders een filiaal in Amsterdam, dat geleid werd door Piet Adema; het filiaal werd in 1877 verzelfstandigd. Het binnenwerk van het orgel te Bodegraven is in dat Amsterdamse filiaal gemaakt, de orgelkast werd door Epke Adema – inmiddels gevestigd in Franeker – gebouwd.

De Adema’s waren rooms-katholiek. Het merendeel van hun opdrachten kwam uit Rooms-katholieke parochies, maar daarnaast waren zij ook in Hervormde kerken werkzaam, én in de Lutherse Kerk te Bodegraven.

 

Het orgelfront

Het orgelfront heeft een voor de Gebroeders Adema typerende vormgeving op basis van een

vijfledige indeling, met drie geronde torens en vlakke, gedeelde tussenvelden. Een dergelijke

indeling was in de 19e eeuw zeer gebruikelijk, maar met name in de vormgeving van de

tussenvelden – en uiteraard de ornamentiek – toonde het huis Adema een ‘eigen gezicht’.

Deze Adema-vormgeving lijkt ontleend te zijn aan het front van het Van Dam-orgel (1848) in de Hervormde Kerk te Dongjum, een instrument dat tot stand kwam in de periode dat Carolus Adema bij Van Dam werkzaam was.

 

Lotgevallen van het Bodegraafse orgel na 1876

Het orgel werd in 1948 gerestaureerd door de firma G. van Leeuwen (Leiderdorp). Daarbij werden onder meer ook de bij de bouw in 1876 onbezet (gereserveerd) gebleven slepen ‘ingevuld’. De werkzaamheden omvatten globaal:

− schoonmaak en herstel

− plaatsing van een windmotor (merk Addicks), alsmede (waarschijnlijk) van een tremulant

− nieuw pedaalklavier (met een omvang van C-d’)

− toevoeging van een in- en uitschakelbare pedaalkoppeling, aanleg van een pneumatische

pedaaltractuur (wisselsysteem), wijzigingen aan de bestaande mechanieken

 

In 1968 werd het orgel schoongemaakt en hersteld door de firma Pels & van Leeuwen; de

werkzaamheden werden door Van Leeuwen uitgevoerd. Bij die glegenheid werd ook de orgelkast

(oorspronkelijk met een rode hoofdkleur) wit geschilderd.

 

In 1999/2000 vonden herstelwerkzaamheden plaats door de orgelmakers Gebr. van Vulpen

(Utrecht), onder advies van Jaap den Hertog. Deze omvatten globaal:

− restauratie van de manuaalwindladen, inclusief reconstructie van de pulpeten

− metalen pijpwerk waar nodig (o.a. frontpijpen) hersteld

− intonatiewijzigingen uit 1948 zoveel als mogelijk geretoucheerd.

Bovendien werd de orgelkast hersteld, en door de restauratieschilder Wim van den Berg (Lienden)

herschilderd in een kleurstelling met imitatie-eiken als hoofdkleur.

 

 

Aanloop tot de renovatie van het orgel 

In de winter van 2012 hebben de toenmalige kerkrentmeesters gesproken met de organisten Dirk Jan Warnaar, Jan slappendel en Gijsbert Kok. De conclusie was toen: er moet wat aan het orgel gebeuren.

 

Nu na veel vergaderen, het aanvragen van offertes bij 3 orgelbouwers, het inschakelen van een orgeladviseur dhr. Peter van Dijk, zie de website http://www.orgeladvies.nl/peter/ (dit wordt aanbevolen wordt door de vereniging van Kerkrentmeesters) welke de renovatie zal begeleiden, is het uiteindelijk gelukt een orgelbouwer te kwalificeren die de renovatie van het orgel kan uitvoeren dit zijn de Gebr.van Vulpen uit Utrecht geworden. zie website www.vulpen-orgel.nl.

 

Ingezonden bericht

Advertentie

blank

blank

blank

blank

blank

blank

blank

Geef een reactie