De vader van Dick Verwoerd (74) overleed nog voor Dick geboren was. Op 29-jarige leeftijd verongelukte het lid van de Binnenlandse Strijdkrachten, doordat zijn wapen vast kwam te zitten en afging door zijn kin. Dick, die sinds zijn vierde in Bodegraven woont, legt vanaf 1991 ieder jaar een krans te Lekkerkerk, voor zijn vader. Dit keer tijdens het jubileum ‘75 jaar Bevrijding’ doet het Oranje Comité dat wegens het coronavirus.
Foto’s en vragen
“Ik heb alleen foto’s en herinneringen, maar kan niemand vragen van hoe dat toen was.” Zo vertelt Verwoerd over vragen die ontstonden over zijn vader en het huwelijk van zijn ouders. “Er werd niet veel over gesproken. Dat was vroeger zo.” Verwoerd blijft achter met vraagstukken, maar kan wel een en ander vertellen. Zo beschrijft hij hoe zijn vader lid was van de Binnenlandse Strijdkrachten, een bundeling van verzetsgroepen. “Hij werkte bij de graanmaalderij van mijn opa. Na de Bevrijding bracht hij NSB-ers op naar het gemeentehuis. Kort daarna is hij bij Scheepswerf Duivendijk gezet, om het hout en de opslag te bewaken.” Daar geschiedde het noodlottige voorval waarbij Verwoerd’s vader overleed.
Ook weet Verwoerd te vertellen over zijn moeder. “Ze kreeg spullen van Stichting 1940-1945, zoals parachutes. Die stof vermaakte ze bijvoorbeeld tot een broek voor mij.” Uiteindelijk hertrouwde zij met de neef van Dick’s vader, en zo zijn ze in Bodegraven terechtgekomen.
Familie
Verwoerd startte met het leggen van een krans voor zijn vader na het overlijden van zijn moeder, omdat zij door reuma verhinderd was de herdenking bij te wonen. “Als ik niet meer ga, verwacht ik dat mijn zoon het overneemt. Die is er mee begaan.” Er is altijd veel familie aanwezig geweest bij de ceremonie op de begraafplaats: “Ik weet nog van opa dat ze salueerden bij het graf van mijn vader. Nu liggen opa en oma Verwoerd een pad verder begraven, net als broer Cor en zijn vrouw.” Verwoerd wil, als dit weer kan, ieder jaar een krans blijven leggen. “Ik vind dat ik het na moet komen aan mijn moeder. Ik heb hem niet gekend, maar het is toch mijn biologische vader.”
Andrelon: plaats van verzet
Dick Verwoerd groeide op in Bodegraven, en ging net als zijn stiefvader werken bij Andrelon; in het Phoenix-gebouw. Dit bleek ten tijde van de oorlog een grote plaats van verzet. “Mijn stiefvader haalde krantjes die gedrukt werden bij Karssen en bracht ze rond in Oud-Bodegraven. Dat wisten de Duitsers, en zij hielden een razzia bij Andrelon. De mensen in het verzet hadden zich toen verstopt bij één van de kassen in het weiland van een druivenkwekerij tegenover het Phoenix-gebouw.” De Duitse soldaten zinden op wraak. Het ging zelfs zo ver dat directeur André de Jong een paar weken werd vastgezet in een kamp te Amersfoort. Dit omdat hij niet wilde meewerken de verzetsmensen aan te geven. “Daar is hij wel weer uitgekomen.”
“Er staat ook een hoop beschreven in het boek dat de Historische Kring heeft uitgebracht. Maarten, de oude drogist, was een belangrijke spil in het verzet, net als Cock Karssen. Een hoop mensen brachten ook die krantjes en voedselbonnen rond in Bodegraven.”