Op tien november jl. stonden wij stil bij de Dag van de Mantelzorg. Het sociaal en Cultureel Planbureau stelt dat circa 5 miljoen mensen in Nederland informele hulp biedt. Het gaat dan om 36 % van onze bevolking die 16 jaar of ouder is. De meesten van hen geven mantelzorg (32%). Te denken valt dan aan bijvoorbeeld persoonlijke verzorging, huishoudelijke hulp, vervoer, administratieve hulp of emotionele steun.
56 % van de mantelzorgers in Nederland is vrouw. Vrouwen zijn een belangrijke hoeksteen in onze samenleving en zorgen voor verbinding.
43% van de mantelzorgers heeft een leeftijd van tussen de 45 en 65 jaar. Dus vaak mensen die dit naast hun betaalde werk doen. Het gaat vaak om mantelzorg voor hun ouders of schoonouders.
34 % van de mantelzorgers is ouder dan 65 jaar. Dat zijn vitale ouderen die als mantelzorger een bijdrage aan onze samenleving leveren.
Bij de ondersteuning en zorg die mantelzorgers vaak geven gaat het vaak om chronisch zieken, hulpbehoevende mensen uit hun omgeving. Vaak een familielid of een vriend of kennis.
Het is niet mijn bedoeling om met cijfers te goochelen. Maar zelf vind ik de cijfers indrukwekkend. Zonder mantelzorgers is onze samenleving een stuk slechter af. Uit het oud Latijn kennen we het woord ‘solidum’. In het nieuw-Latijn het woord ‘soïidaritas’. In het Nederlands kennen we dit woord als solidariteit. Solidariteit betekent dat we instaan of garant staan voor een ander persoon. En dat is precies wat Mantelzorgers doen.
Om de waardering voor het werk van mantelzorgers te laten zien is er ieder jaar een Dag van de Mantelzorg. Dat vind ik zeer terecht. Zonder mantelzorgers zouden we een verweesde samenleving zijn waar we niet meer borg voor elkaar willen staan.