De gemeente Bodegraven-Reeuwijk wil een plek creëren voor burgerinitiatieven en start-ups. Initiatieven vanuit de samenleving zijn van grote waarde voor de gemeente, wat de basis vormt voor dit plan. De beoogde locatie is het oude gebouw van de Prinses Beatrixschool aan het Dronenplein in Bodegraven. Het plan genaamd ‘Droomfabriek’ heeft als doel om fysiek ruimte te scheppen om initiatieven tot bloei te laten komen.
Voormalige Prinses Beatrixschool
De afgelopen periode onderzocht de gemeente of de bestaande Prinses Beatrixschool tijdelijk in stand kan blijven voor de Droomfabriek. De realisatie van het project Dronenplein is niet van de baan. De herinrichting wordt zover mogelijk gerealiseerd en de omgeving van de kerk wordt op orde gebracht. Eén lokaal van school wordt mogelijk gesloopt. Hierdoor zijn de kerk en het nieuwe schoolgebouw van de Prinses Beatrixschool optimaal bereikbaar.
Evaluatie
Na drie jaar wil het college van B en W evalueren of de Droomfabriek genoeg burgerinitiatieven en start-ups voortbrengt. Van belang is dat er een dynamiek ontstaat die de initiatieven onderling versterkt, waarbij de betreffende deelnemers gezamenlijk zorgen voor het gebouw. Het streven is dat de Droomfabriek na drie jaar zelfvoorzienend is.
Inspiratie uit andere gemeenten
In veel gemeenten in Nederland bestaan al locaties zoals de Droomfabriek. In deze gebouwen komen maatschappelijke, culturele en ondernemersinitiatieven bij elkaar. Een voorwaarde voor succes is dat het gebouw laagdrempelig betaalbaar is als vestigingsplek.
Financiering en planning
De ontwikkeling van de Droomfabriek kan de leefwereld van inwoners versterken, waar ook het ‘Huis van Alles’ gebruik van maakt. De Droomfabriek kan hierdoor bijdragen aan preventie van problemen op het gebied van zorg, welzijn en werk. Daarom komt de financiering voor het plan deels uit het budget voor burgerinitiatieven en deels uit het budget voor innovatie in het sociaal domein. Het college werkt het plan de komende periode verder uit. Hierna zal zij het bespreken met de omwonenden, direct betrokkenen, beheerder en mogelijke gebruikers.
Bron: Gemeente