Weet u nog? Op 3 januari 2015 pakte ik een inbreker. Hij poogde in te breken bij mijn hoogbejaarde overbuurman. Schade: 175 euro aan het kozijn maar gelukkig was erger voorkomen.
Op 9 april 2016 maakte ik u deelgenoot van de casus van de aangehouden inbreker. Wel, er is nieuws!
Vandaag kreeg mijn buurman eindelijk een brief van de hoge raad der Nederlanden… en dan komt het (hoorngeschal mag…) de vorige brief bleek slechts een ontvangstbevestiging, men gaat de zaak nu echt in behandeling nemen!
3 januari 2015 (ja, tweeduizendvijftien) pak ik een inbreker op en we schrijven 16 oktober 2016 en we zijn een beroepsprocedure en ladingen teleurstellende brieven verder.
En de schadevergoeding? Die is nog altijd niet binnen. Ja, kennelijk mag je voor die 175 euro best een paar keer tienduizend euro aan staatsgeld opmaken aan procedures en kosten. Alles om de rechtsgang van de verdachte zo rechtvaardig mogelijk te laten verlopen.
Dat het slachtoffer dik in de 80 is en mogelijk de uitbetaling niet mee gaat maken voor zijn gang naar het bejaardenhuis (of erger) dat doet niet ter zake.
Wel fijn dat men zicht heeft op wanneer de zaak dan (bij de hoge raad) klaar is. 6 maanden tot 2 jaar.
Dus over 6 maanden tot 2 jaar kan het zomaar zo zijn dat men dit verwijst naar een lagere rechtbank.
Eindconclusie: na 2.5 jaar mag je wellicht hopen op een uitspraak, die uitspraak kan ook pas na 4 jaar komen als men iets langer nodig heeft, en dan… kom je wellicht terecht bij een lagere rechtbank en ben je zomaar een jaar verder.
De verdachte was net 18 toen ik hem oppakte en is zomaar 23 tegen de tijd dat hij een definitieve uitspraak te horen krijgt.
Het slachtofffer krijgt, alhoewel ik het niet hoop, zijn uitkering misschien wel gestort op rekening van de nabestaanden!
Onlang werd mij verweten dat ik niet mocht zeggen dat dit land een totaal doorgeschoten van het pad af geraakte rechtsstaat betrof.
Ook mocht ik niet zeggen dat het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht wellicht de grootste belemmerende factoren zijn voor de politie om boeven te vangen.
De reden dat ik dit niet mocht zeggen was overigens duidelijk. De persoon tegenover mij had ervoor gestudeerd en zodoende had ik er geen verstand van.
Dat was de enige reden waarom ik geen gelijk had. En daar ben ik reuze content mee! Immers, je moet toch werkelijk geen verstand hebben om het voorstaande nog te kunnen lezen en niet krankzinnig te worden.
En als je geen verstand hebt, kan je t ook niet kwijtraken. Dat scheelt een hoop in dit geval. Een hele hoop mag ik wel zeggen.
Het is niet dat de politie geen boeven wil vangen. Maar het achter de deur houden is kennelijk heel lastig.
Ik kan u zeggen dat deze verdachte zijn leven niet heeft gebeterd in de tussenliggende tijd. Hij is doorgegaan met wat hij al deed.
Ik ben destijds bij de politie gegaan om mensen te helpen, en velen met mij met dezelfde reden. Casussen zoals deze zijn er meer. Teveel helaas. Ik moet zeggen dat dit effect heeft op mij en een hoop van mijn collega’s. Niet dat ik geen mensen meer wil helpen, maar wel dat ik het vertrouwen in een snelle en rechtvaardige afloop begin te verliezen. En dat alles door een beleid wat ik moet verkopen als gezicht van de rechtsstaat, maar eigenlijk niet kan verkopen vanwege het absurde karakter en het onrecht voor het slachtoffer.
Daar mag ik dan geen verstand van hebben, maar gevoel heb ik wel. En ik heb meer gevoel bij het slachtoffer dan bij de dader. En dat men steeds vaker toch eigenrichting oproept? Dat mag natuurlijk niet maar je zou er bijna gevoel bij krijgen!
Ingezonden bericht