Er ligt een grote landelijke opgave op het gebied van asielopvang. Dit vraagt om regionale samenwerking. De colleges van B&W van de gemeenten in de regio’s Holland Rijnland en Midden-Holland hebben afspraken gemaakt over hoe ze willen omgaan met het creëren van plekken voor de opvang van asielzoekers voor een periode van minimaal 5 jaar. Dit doen ze nog voordat de spreidingswet is ingevoerd. Met de ‘spreidingswet’ wil het kabinet de opvang van asielzoekers gelijk verdelen over de gemeenten in Nederland. De afspraken worden binnenkort voorgelegd aan de gemeenteraden.
Het opvangen van asielzoekers in de gemeenten is een extra vraag die bovenop de al grote vraag naar woningen komt. Gemeenten doen hun uiterste best om starters, ouderen, statushouders, woonwagenbewoners, arbeidsmigranten, de gewone woningzoekenden en tal van andere doelgroepen te huisvesten. Door de noodzaak om extra opvangplekken te creëren wordt de druk op de beschikbare ruimte nog groter dan hij al was. De gemeenten hebben het Rijk en de provincie Zuid- Holland daarom hard nodig voor financiële en planologische ondersteuning.
De opvangcapaciteit van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is al langere tijd ontoereikend. Het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en het Veiligheidsberaad sloegen afgelopen zomer de handen ineen om te komen tot een oplossing, wat resulteerde in een akkoord. De ‘spreidingswet’ is één van de instrumenten uit dit akkoord. Deze wet bepaalt dat alle gemeenten zorgdragen voor opvangvoorzieningen, naar rato van het aantal inwoners.
De gemeenten in Midden-Holland en Holland Rijnland hebben afspraken gemaakt over de opvang van 2200 asielzoekers voor een periode van tenminste vijf jaar. Daarbij krijgen de dagelijks besturen van beide regio’s de taak om de afspraken tussen gemeenten te coördineren, te stimuleren en te monitoren. Het aantal asielzoekers en de verdeling daarvan binnen regio en gemeenten, vindt plaats op basis van inwoneraantallen. Ook is afgesproken dat de mogelijkheden worden onderzocht in hoeverre duurzame, grotere opvanglocaties een functie kunnen vervullen op het gebied van voorzieningen voor duurzame kleinschaligere opvanglocaties. Deze afspraken worden voorgelegd aan de raden van de achttien betrokken gemeenten. Instemming met deze afspraken zorgt voor een breed draagvlak om de problemen rondom de asielopvang op te lossen.